[p. 191]
[Gedichten van J.P. Guépin]
De tijd een krul?
Ik zou zeggen een kopie
naar een derde eeuws Grieks origineel,
maar wel veel zachter,
het meisje dat ik nu meeneem als een souvenir
naar alle plaatsen in Florence
waar wij twee maanden geleden samen beminden.
Vanavond naar diezelfde bioscoop,
de film heet nu De Lange Haren Van De Dood
en gaat over weeropgestane lijken.
Dan, zorgvuldig zet ik haar op dezelfde
stoel in dat restaurant,
hier hetzelfde eten
en ja, hetzelfde koddige orkestje
met dezelfde mandoline.
Ben ik zo wild, boosaardig en blij
omdat ik de tijd op een cirkelgang betrap,
bijna?
J.P. Guépin
[p. 192]
Gedicht
De wetenschap heeft er niets aan,
maar de poëzie zou het precies moeten beschrijven;
niet de paring zelf, dat is te moeilijk
en ook te vaak geprobeerd, daar komen maar
hete bloemen en vulkanen van, maar dan
tenminste dat kleine en onbelangrijke moment
na het klaarkomen, als je opeens voelt dat haar
adem warm is en je het hoofd naar achteren trekt,
dat is toch het meest prozaische stuk:
de wetenschap zou het haast moeten kunnen.
Nu zegt ze je trekt je hoofd al terug als je klaar komt.
Zo moeilijk is het om precies te zijn.
Ik kan niet eens het meest simpele gevoel beschrijven.
En dan, het is nog nooit hetzelfde geweest. Toch
is er wel eens een ogenblik van helderheid, als toen ze,
de benen omhoog,
als een tweemaster langzaam kapzeisde.
J.P. Guépin