[p. 224]
In het voetspoor van de oude Rudolf
Rudolf Geel
1.
Vorige week
kreeg ik uit Gun Smoke Hill
een telegram
Billy the Kid deelde mij mede
er was opnieuw een sheriff omgekomen
de datimi luidde 1866, 5 maart,1)
vraag: misschien wil jij hier
op de boel gaan letten
zojuist is Jake Roberts
langsgekomen
met een stapel vee
je begrijpt dus
beste rudolf
dat we je hard nodig hebben
je faam is reeds vooruit gesneld
ik heb een grote vent
op zijn duimnagel zien bijten
niet voor niets
is de postkoets vertrokken
vol hoeren
een geweldige fles whisky
wil alleen open voor jou2)
wacht je in het hooggebergte
getekend je billy
Ik zal maar weer gaan
Arrive soon
march 7, 1966
Als ze het maar houden
[p. 225]
2.
Als het je te doen is om the Kid
weet ik niet wie je bedoelt
zegt een doodsbange porter
op het station van lincolncounty
hij zit hier overigens misschien
ergens verborgen
in het hooggebergte
wat een vreemd seizoen
kinderen noemen hem oom
maar wij allang niet meer
Tenslotte hebben wij de oorlog
meegemaakt en daarin heel wat
gezien waarmee kinderen zich ook
zouden vermaken
Weet niet meer wat,
maar pas op mister the Kid
komt tevoorschijn en killt je
dan zie je de zon niet langer opkomen
boven de zoutvlakte
haviken dansen verzadigd
en schaduwend om je geraamte
In Amerika kun je dus beter niet zeggen:
the Kid heeft mij geroepen
dit zou kunnen leiden tot konsekwenties
die men zonder zijn komputer
overziet
Eerder zegt men: mister president
he my pal, zuidaziatisch aksent
aanbevolen, niet verplicht
Mister the Kid he my pal
[p. 226]
3.
Opweg naar de plaats
waar ik the Kid vermoed
overkomt mij een kleine wetenswaardigheid:
mijn kruis begint behoorlijk te steken
het paard is niet best
Afstappen bij een saloon is er wel bij
maar de dagen zijn veranderd lijkt het,
men moet zich niet boosmaken over de gemakken
van deze beschaving
die alles in het groot doet
Had ik een lasso
ik zou mijzelf verstrikken
een pijnboom is werkelijk
een pijnboom
tussen de onmetelijke gebouwen
Geen mens om de weg te wijzen
anders dan door kaarten
Vriendelijkheid schijnt
voorwereldlijk
evenals ik
honderd jaar na dato
Avonturier in de
illusie
[p. 227]
4.
Dit zet mij aan het mijmeren:
had ik een grootvader, lood om oud roest
hard als een stuk ijzer,
waarom heeft mijn andere beroemde voorzaat
jakob hem dan nooit beschreven
terwijl hij toevallig langskwam
op een leidse buitensingel
schietend uit pistolen
en de rust verstorend
voor alle fijnzinnigheden
waarin men zich uitleefde
ten tijde van mijn overopa de professor
Gesprek op de Drachenfels
terwijl de oude harde rudolf
misschien lag te kreperen
met een stuk in zijn kraag
en in bed
Misschien weigerde hem jakob
die vijf tientjes voor de terugreis
O dat ik nooit op mijn werkkamer zal ontvangen
een hard-boiled neefje, jakob de jongere
die bij mij komt
zijn zeergeleerde geldschieter
omdat hij zich wenst uit te leven in vietnam
bijvoorbeeld, east of eden
Dit alles gedacht
hobbelend te paard
terwijl zon straft
voor overmoed
[p. 228]
5.
In de beschaving
de laatste uitloper
een basis
kauw ik een stukje kandij
dat is spoedig afgelopen
net als met dat paard
Het is niet dat ik mij prettig voel
de datum vergist
de vechter een toerist
maar dan misschien
wachten zij hier op mij
de late held
naar wie is uitgezien
vanuit de treurigheid
tot hij de zoom der laagvlakte
bereikte
6.
Aan het einde van de stofwolk
van de tijd
moet het stil zijn geworden
en treurig
er staat een wegwijzer naar hollywood
en een bedroefde feestvierder
verkleed met stetson
speelt een lied
waarvoor ik hem mijn paardehoofstel
geef
Ken jij billy the kid
lonely boy
‘zelf heet ik billy
maar niet langer kid
[p. 229]
Als ik een kid kon zijn
was ik nu geen baseballer in het geheim
Emoties verwelken
kruitdampen vergaan
dus ook jouw billy the kid
kan niet eeuwig bestaan’.
7.
Zo ben ik inderdaad de held
die te laat aankwam
iedereen dood, de postkoets
opgeofferd aan de houtwurm
billy mijn grootvaders vriend
kaalgeknaagd, een geraamte
Weemoedig raapte ik een colt op
toen ik hem wilde laten blaffen
kwam er – ook toevallig –
een hond over de prairie naar mij toe
het was een voormalige prairiehond
nu likte hij mijn hand
Als je denkt dat er nog whisky
in de vaten was, dan moet ik er
op wijzen dat je je vergist,
je zou eigenlijk, o ironie
wijwater verwachten op de overblijfsels
van een kouseband
maar nee hoor
Het wilde westen is nu stoffig;
daar sta ik, goed wat is éen indiaan
hij verkoopt namaakveren en mompelt
vervaarlijk iets tegen mijn scalp
dit heeft iets met mijn IQ te maken