[p. 323]
9 Losse gedlchten1)
Chr. J. van Geel
Lofdwang
Het mindere vernedert: pijn
zelf niet de mindere te zijn.
Binnenborst
Borstplaat ben ik van een grote laagheid,
heb je ‘t ooit zo zoet geproefd?
Ouders
Die niets vertellen zonder leugen
en niets bewaarden van belang,
ze zijn begraven in hun leven,
wat eens bestond verging allang.
[p. 324]
Meer
Er ligt in ons een meer van steen
en om daarover uit te zien
trotseren wij en spannen wij
ons in.
Inslapen
Zij zet alvast haar glimlach op
voor het gevoel dat straks moet komen.
Gedachten met de hond op wandelen gezet
Wij hebben geest zoals wij honden houden,
een hond om de gedachten te bepalen,
een net van wegen dat wij voor de wereld houden,
dorps wegennet om ze te laten dwalen.
[p. 325]
Tekst voor tandartswachtkamer
Bijt door de zure appel heen
of voed je met een winterpeen.
In taart, gebak en allerhande,
de schuld zit in bonbons verpakt,
van snoepen krijg je slechte tanden.
Uitzicht
Het raam is vol,
ik zit aan tafel van de kalme wolken.
***
Ik tel wat leeft, de bomen die
men van hun toppen heeft ontdaan.
Van bomen die er niet meer staan
ben ik de tel kwijt.
- 1)
- Uit de binnenkort te verschijnen bundel ?Het Zinrijk?.