[p. 179]
[Gedichten]
zoiets zou mij niet zo gau gebeuren
ik wil niet zeggen
zei meneer neberhoet
dat mijn wegen over rozen zijn gegaan
ook ik hep mijn kleine
ongelukjes en tegenslagen gehat
maar zo dol als jij het hep gemaakt
nee zoiets zou mij
niet zo gau gebeuren
agnes de graaf
[p. 180]
over tobias
met mij is er niets aan de hant hoor
zegt tobias
hoogstens hier en daar
wat kale plekken in m’n vagt
agnes de graaf
[p. 181]
tog minstens al een ongeluk of dri
ja kijk zegt agnes tot de meneer
de ongelukken zijn niet van de lugt
want tobias is doot gegaan
en judas de kat wert heel ziek
tot overmaat van ramp
kon de piano de boot niet meer uit
en kogten dagjesmensen de boot
om hem midden op het ijsselmeer
met kruidentuin en al
te laten eksploderen
en of dat allemaal nog niet genoeg was
wert agnes nog verkouden ook
agnes de graaf
[p. 182]
somber ben ik tog wel
toen je terugkeerde naar
je tuinen van vroeger
je gogeldozen onder het bet
je beertje dat beter dan allemaal
wist wat er te doen stont
je vader di in de sgemering
van de trein gehaalt wert
weet je wel zeker
dat alles nog bij het oude was
ben ik zo bang
dat de jongetjes dan tog eindelek
de laatste hant legden aan het
glazen huisje agter in de tuin
darin zit mamma
bewegingloos
agnes de graaf