[p. 471]
Boom bij wijze van spreken
Voor J.A.E.*
Wat hij denkt te verbergen
is zichtbaar – stuit het toeval
op wat hij goed verstopt,
is het iets waar hij eer
mee vangt,
iets minstens zonder blaam
en vaak ook onbeduidend,
een vreemde vouw van blad,
een vinger raakt de maan,
dor blad.
Toch, in voortdurend spel met
zichzelf verwikkeld, lijkt
die boom, speels, onnadenkend,
niet lang bij zichzelf stil
te staan.
Chr. J. van Geel
- *
- Al lezend in mijn gedichten schreef Jan bij dit gedicht ?voor J.A.E.? en las verder.
1969 (vermoedelijk juni)