[p. 49]
G.J. Resink: Kwatrijnen
Voor Rudi van Blommestein
Oproep tot het ochtendgebed
Een eerste stem roept om het eerste licht
in woorden nog niet duidelijk gericht
en zonder weerklank van dier, mens of god:
iets van een schemering heeft elk gedicht.
Volle maan boven overvol Java
Een gulden munt lijkt door een godenhand
omhoog gegooid boven het arme land,
verzilvert dan maar ook dat blijkt schijn
want ‘s morgens rest een plukje maandverband.
Optrekje
Geen auto, geen dokter, geen telefoon,
geen krant, wel licht en water heel gewoon
uit de bergen, kilometers ver uitzicht
en het land er om heen al duizendschoon.
Multatuli’s pukul ampat
Niet enig seizoen maar deze tropische bloem
is zinnebeeld van zijn vreemd schrijversleven:
‘s middags laat ontbloeid en ‘s avonds omgeven
door kilte, stilte en de reuken van de roem.
[p. 50]
Gedeh
naar van de Woestijne
Ik ben met u alleen, o sluimerende vulkaan
en toch natuurlijk één zo tussen aarde en maan
en beider dode kraters, want nog niet verlaagd
tot de vlakten van een onmenselijk bestaan.
Bungalow en jungle
Tussen de theetuinen en het oerbos,
de kweekrozen en eeuwenoud baardmos,
villa en wildernis is het goed leven:
aan veel gehecht en van nog veel meer los.
Mozart in Megamendung
Regentijd, regentijd, weer in mineur,
heuvels in nevels, de streek grijs van kleur
totdat ineens rustig de mist optrekt op het adagio
van zijn vioolconcert in G Majeur – K.V. 216.
Pukul ampat (op slag van vieren) is een bloem, rood of wit van kleur, die zich ‘s middags omstreeks vier uur zichtbaar snel opent, heerlijk geurt en zich de volgende morgen vroeg sluit.
Gedeh (groot) is de naam van de meest bekende sluimerende vulkaan ten Zuiden van Jakarta.
Megamendung (regenwolken) is de naam van een bergoord, gelegen ten Noorden van de Gedeh.