[p. 600]
Judit Herzberg
Twee gedichten
Jerusalem I
Naar mate later op de dag
wordt het steeds lichter eerst.
Stad die ‘s nachts niet onder zwart
verstart maar oplost in een roes
van geel en roze,
tot lamp voor lamp en één voor één
een punt wordt dat haar vastpint.
Het schijnt dat hier vandaag
een stad was. Een stad was?
Ja een stad van steen.
Hoe romig en toch tintelend
er het licht was, hoe zacht
het er nacht werd en hoe opeens.
[p. 601]
Jerusalem II
Het is hier alsof alles aldoor iets wil zeggen.
De eucalyptusschaduw langs de dikke witte muur
flitst als een code, als een telegram,
of als de schaduwen van vlam na snelle vlam
uit een ver maar aanhoudend vuur
Als dit huis weer wordt omgegooid
is de bewoner veel te moe
om opnieuw steen op steen te leggen.