[p. 275]
Peter Delpeut
Vier gedichten
Trane
‘I must practise’
john coltrane
Niet lang geleden ontmoette ik John Coltrane,
traveling
wij spraken over rieten en mondstukken
en hoe het met Pharaoh ging, nu
hij zeurde nog wat over god en heilige toestanden
en wilde verder reizen, als altijd on the road
maar ik vroeg hem voor mij te spelen
Love van het Impulse! – album Meditations
ik leende hem mijn saxofoon
maar het was niet half zo goed als op de plaat
Toch heb ik maar wat gehuild
omdat het voor een dode toch nog prachtig klonk –
[p. 276]
Lissabon, hotel de ville
Deze ochtend nog arriveerde Fernando Pessoa in Lissabon
hij liet direkt bericht sturen naar mijn hotel
ik probeerde nog te werken
maar dat ik hem vanavond zal ontmoeten verwart me
ik heb vandaag geen gedicht kunnen schrijven
hoe moet ik Fernando ontvangen?
Niet dat hij zal komen natuurlijk
ik drink vannacht alleen de wijn die ik voor hem kocht
morgen zal hij mij in de spiegel toelachen
en fluisteren: ‘verwonderlijk is slechts
dat er wat dan ook zou zijn dat geen bevreemding wekt.’
Ik zal knikken, – misschien verzin ik nog een verhaal
overmorgen zal hij me berichten dat hij is vertrokken
en ik zal me afvragen als altijd:
is hij wel geboren?
[p. 277]
Hoop
oktober ’78-maart ’79
Een goede vriend zegt voor mij: Er is geen hoop.
Niet in het leven en niet in de dood.
Ik knik ernstig.
Er zijn dagen waarin geen plaats is voor ironie,
evenmin als goede smaak.
Het is zoiets als dode lucht onder een horloge,
de geur van slecht zeep.
Dagelijks verzin ik wat loze woorden,
maar het alfabet is me ontschoten.
Ik ben haar school ontgroeid.
Alles willen is te veel, denk ik.
Daarom wil ik minder, maar nog altijd te veel –
[p. 278]
G.
‘Er is ontroering genoeg in de wereld’
gerrit kroi.
Vannacht stond G. plots voor me, naakt tot op het bot.
Ik zeg: Waarom ben je naar hier gekomen?
Hij glimlacht, buigt zich voorover en zegt:
Je moet niet denken dat ik hier ben, noch zou willen zijn.
Maar daar waar ik in dienst getreden ben
gaat men slechts daar naar waar men wordt gestuurd.
Ik ken het verhaal en zeg: Maar G., is het dan mijn tijd?
Nog teveel is niet afgemaakt voor een overhaast vertrek.
Zo heb ik bijvoorbeeld deze morgen nog
een conferentie in het zakencentrum van Isphahan…
Dan neemt G. mijn hand en zegt: Bedenk voor de zon opkomt
slechts dit, dat het niet mogelijk is zonder jou verder te gaan.
Maar vanmorgen is hij niet gekomen,
typisch G., – altijd te laat –