- [Juni 1979 - jaargang 23 - nummer 247]
- A. Alberts Utrechtse herinneringen II
- J. de Kadt De ware gedaante van de PVDA
- Theo de Jong Monster zonder waarde
- Arnold Heumakers Het esthetisch moment van ‘La Chartreuse de Parme’
- J.C. van Schagen Drie lotjes
- Herman de Coninck Een heel hevig niets
- A.S. Mulder De tijd en Slauerhoff
- Kroniek
[p. XIII]
Lees de Tirade Blog
Beest zijn – over de groei van kennis
Larousse 6 Als op de markt een hond mij aankijkt, is mijn dag goed. Contact met een dier voelt als een sensatie. Een blik van verstandhouding met een jonge koe langs een wandelpad of een onverschrokken hangbuikzwijn dat je klokhuisje komt oppeuzelen, en even welwillend zijn varkensoogjes over je verschijning laat glijden, maar ook de...
Lees verderDe poëzie een woningzoekende
Het idee kwam tot me per toeval, zoals de meeste goede ideeën. Ik had een lang en ingewikkeld soort-van liefdesgedicht geschreven voor mijn toenmalige vriendin M. Het was in de stijl van Rilkes Duineser Elegien,die ik ooit was gaan bestuderen omdat ik had gelezen dat Lucebert in zijn jonge dichtersjaren ze als dagelijkse kost verslond....
Lees verderIets ontastbaars – over muziek
Larousse 5 In de meeslepende actiefilm Baby driver timet de chauffeur van een groep bankrovers zijn acties nauwkeurig met liedjes die hij op zijn koptelefoon afspeelt: binnen 2.45 min. moet de buit binnen zijn. Dan komt de politie. Jarenlang timede ik mijn hardlooprondjes met symfonieën van Mahler. Ik liep afstanden die goed binnen de range van...
Lees verder
Blog archief