[p. 237]
Günter Eich
Het staat bij Seume
Noordelijke zucht
Links een straat naar de haven. Niet de inwoners,
de topografieën zijn doorslaggevend.
De gereformeerde kerkgang, roodwitte
meetroeden vormen het godsbegrip.
Zoals de straat een bocht maakt bij een dierenwinkel,
de ontvanger van mijn brieftelegrammen zou het liefde kunnen noemen.
Je reist niet naar Venetië of Kyoto. In kleine hoekjes
speelt de wereld zich af
Vooral geen sporen achterlaten.
[p. 238]
Rand van de stad
Nieuwe huizen, ongeboren
kamers, na tien uur
stilte in de doodskist a.u.b.
Het zout, het brood
voor de alleenstaande onderhuurders –
leg het maar neer, de kakkerlakken
hebben meer geduld en
zullen troost
in je wittebrood fluisteren.
Filologisch
Ik dacht, dat ik voor twee schreef.
Maar dat verduvelde,
aan naaldhouttakken hangende schrift!
Je moet een examen doen
en je medestudenten
blijven na een paar colleges weg.
Ik wacht, want ik heb medelijden met de docent.
Hij hurkt eenzaam te midden van zijn smakgeluiden,
rilt bij de gedachte aan sneeuw.
[p. 239]
Na het einde van de biografie
Misschien
was Trabzon de moeite waard geweest.
De zwarte noordkust
met woorden uit volksboeken.
Hij weet het niet,
wist het niet,
zal het niet weten.
nieuwe pagina
Optiek
Als je ogen slechter worden
ga je dichterbij staan
om je vrienden te herkennen.
Je zet een bril op,
gebruikt contactlenzen
en ziet
heel dichtbij
het zwart
onder de nagels van je vijand.
[p. 240]
Namen
Namen met een i
of namen met een o,
vergeefs probeer ik
me medeklinkers
te herinneren.
Het ruist langs
als het ruisen in de telefoon,
als als.
Ik luister gespannen.
Veel gesprekken
in het jaar 1200,
ze gaan over mij,
maar de uitspraak is anders,
ik heb er moeite mee.
Iemand met een a praat
op me in,
een soort handdruk,
die ik niet beantwoord,
een slok wijn,
opgedroogd,
een u die overbleef,
een vergeefse i-grec.
[p. 241]
Belastingaangifte
Verrotte paperassen (- intussen
zijn de woordsplitsing en de spelling veranderd -)
wij verzamelen alles –
telefoonnummers
dwaze afspraken,
vliegenpoten.
Hier wachten we
op de monnik van Heisterbach,
op zijn ronde
gezicht, dat wij ooit hadden.
‘Ach, de balans!’ Hij komt buiten adem.
Zijn wij het?
Wij herkennen hem niet meer.
Augsburg
Het trage licht.
Ik zou graag een bad nemen met Agnes Bernauer,
maar ze liet zich
in Straubing in een zak naaien.
Men zegt dat het licht snel is,
maar het bereikt mij niet.
Zo vond zij een mogelijkheid
mij te ontvluchten,
traag als licht
snel als licht.
[p. 242]
Het staat bij Seume
Of de eerlijke Huronen
de stijgende luchtdruk
konden compenseren –
ik heb hen nooit ontmoet.
Ik denk aan gaven
die veel verder gaan dan eerlijkheid.
Terwijl die toch zou kunnen voldoen
als troost, als ontroost,
als weerobservatie,
een souvenir van een reis
en verlichting
van het jichtige sterven.
Later
Ervaringen uitschakelen
en ongegeneerd
tellen tot
93, ook verder.
In elk geval:
voor oudjaar
1999
heb ik een afspraak.
Verderop in de bergen, op
een sofa,
ik verheug me al, je hebt dan
een beetje afwisseling.
vertaling Jan Gielkens