J. Slauerhoff
Nagelaten gedicht
Aantekening
Dit gedicht is bewaard gebleven in twee onvoltooide versies, waarvan de hier afgedrukte de laatste is. Het manuscript van deze tweede versie vertoont wat handschrift, inktsoort en papier betreft een opmerkelijke gelijkenis met een ander manuscript waarop een gedeelte van Dorp aan zee, een gedicht dat begin januari 1936 in druk verscheen. Dit gedeelte is in 1933 geschreven, de resterende tekst, eveneens in handschrift aanwezig, geruime tijd eerder, in 1924. De beide jaartallen komen voor op een derde manuscript met de uitgetypte tekst van het gehele gedicht. Is het jaartal 1933 juist – en vooralsnog is er geen reden om hieraan te twijfelen – dan moet het hier afgedrukte gedicht in dat jaar geschreven zijn.
Onder het gedicht in eerste versie schreef Slauerhoff na een afsluitende streep: Die men bemint (sic) heeft te moeten verachten. Deze regel is kennelijk later toegevoegd; hij staat ook, zij het in ietwat andere vorm, als aparte versregel op een der laatste pagina’s van een poëziekladboek, dat zich evenals alle hier genoemde manuscripten in de nalatenschap bevindt.
Het eveneens in de nalatenschap aanwezige portret van de vorst van wie in het gedicht sprake is, is voorzien van een opdracht, die echter niet is gedateerd.
K. Lekkerkerker