[p. 520]
Robert Anker
De begrafenis van T. en M.
Het is een dag voor kinderen, vakantie, zon en wind.
Om naar het zwembad met z’n tweeën op één fiets
maar zij komen ieder met een eigen auto hier over het grint
in de luwte, dan de ouders en de broer – vriendelijk.
De juffrouw en de meester hebben hen gezien:
hun woorden vinden de gestalten van de kinderen,
een hand, een wenkbrauwboog, een rok die in de wind –
nu zijn ze weer bij ons en gaan ons huppelend voor
naar hun dood. Kom broer! De moeder sust een klasgenootje.
Waar ze moeten liggen spreekt de vader onverstaanbaar
krachtig door de zon en maant ze dat ze nu toch echt
moeten gaan liggen en wij dan heel voorzichtig kunnen gaan.
Zij drieën gaan ons voor tot waar ze heus wel zullen wachten
en omhelzen ons en wij sterker dan wij kwamen kunnen gaan.
Over het grint de laan uit, langs de Amstel in de wind.