[p. 506]
H.H. ter Balkt
Laaglandse hymnen
1800
De honderd steden met poorten ‘s nachts op slot.
In de grachten, tollend van vuil, roeit de bacil
van cholera asiatica aan. Venen tussen de steden
dof overstromend. Droge gronden hoeden jager en
herder. Aan de oostgrens rondom de dorpen weiden;
akkers met meekrap, vlas, hop, hennep. Laagveen
daalde in ‘t water af. Soms, in mistflarden, bij
vuurvliegjes, dwaallichten, zweeft als uit een bijt
gehakt, ivoor, het oudste beeldje aan van het eerst
gezicht, haar hals omlijst door geplooid doek boven
de laatste wolf en bever. Haar neus ruikt de geur
van het onland, pinksterbloem en zuring. Drijfnat,
hard en onherbergzaam zijn duister toevluchtsoord
grijze dorpen; koud volkje zit bij houtrook en vuur.
[p. 507]
Mastbos en Vikingschepen
Masten weer opgericht op replica’s in Ros-
kilde! Ver van het Mastbos, bruin de dennen
als verroeste roomkloppers, en fruitmanden
stijl Vijftiger Jaren! Prikkeldraad dingt
naar de slagboom die de weg naar de roerloze
vijver verspert; stil als een koninginnering
de waterlelies op de vijver. Tuig van de richel
bemande de schepen uiteraard gezonken onder
groene klapperende boomkruinen van golven, in
binnenzeeën, riviermonden, havens. Schepen vol
plukkers van kusten, waar zij voeren brandden
de boomgaarden, werden dorpen rood pluche; dat
was in de Vijftiger Jaren van oudere eeuwen,
neergezonken in de appelgaard van de appel-
groene zee. Ach, vlakten verkeerden toen in
‘t rood-en-goud van Perzische tapijten; steden
gloeiden op als fruit in schalen: peren, noten,
appels. Uitgeroeid de roeiers, verdronken
de appelronde schilden in de schepen, die af-
stormden op de tafelranden van de tafelronde
aarde; kaarten wezen nog niet de vaarroute aan
[p. 508]
naar Groenland, Vinland, IJsland van de vijf-
tiger jaren fruitschalen, twintig meter lang en
langer, roestkleurig als in het Mastbos stammen
van sparren en dennen. Ver voer het fruit uit!
Perzisch gloeiend, met kronkeltakken, verdedigt
het Mastbos zijn vijver. Specht klopt om de zee.
[p. 509]
Willkommen im schlafwagen
(Deutsche Service Gesellschafft der Bahn mb H)
Rolt de drieëndertigste wagon van je jaren
aan, of liever: Nadert de trein van je 33-
ste jaar met zijn sleep van wagons, o kies
dan niet de verkeerde, broeder! Want kies
je de verkeerde ijzeren deur, de wagon als
slaapwagen verkleed, bange jaren rijden dan
onder de zonsverduistering van je lot! Zie
je de brem uit je jeugd, en later de wagen-
tjes op de maan, zout water snelt omlaag…
uit die uitkijkpost eenmaal zo blijmoedig
uitkijkend over water en land. Jaren, hoed
je voor de slaapwagens die zo dreunend, mee-
slepend voortjakkeren over de sporen, uit-
wissend alle versperringen, alle getuigen.