- Toine Moerbeek Rodin I: Edel Ambacht
- [De blinde Route van Serge Onnen]
- Robert Anker
- Tonnus Oosterhoff
- Gerrit Krol Sprookje
- Marieke Jonkman
- Antoine Uitdehaag Repetitieruimte
- Willem Jan Otten Nog een verschrikkelijke machine L’Innocente van Visconti
- Herman Coenen Zwarte kunst
- Peter Ghyssaert
- Charlotte Mutsaers Ik sprak met dennenaalden, pijnappels en vissen 5 Zelfportret als kerstboom of weemoed onverklaarbaar
- Poëziekroniek
- Herlezen Ik ga maar en ben Over J.C. van Schagen’s, Flarden van den wind
[p. 527]
Of de besneeuwde hei niets voor me is,
naakt. De fotograaf mompelt nonchalant.
In vrieskou, vraag ik benauwd, terwijl hagel
mij striemend raakt? Goed, aan de bosrand,
in prikkeldraad van bramen als dat kan.
Ten dode toe? morst hij wat voor zich heen.
Kan je bevroren bloed tot bloedkoralen slaan?
[p. 528]
Ik ben een bloedvlek in de sneeuw, een pompoentje
bungelt aan mijn ijsmuts, de lucht is sneeuwgrijs
en de uiterwaarden zijn onbenoembaar wit.
Ik zie mezelf gaan. Ik wou dat de vouw in deze broek
ontbrak en dat laarzen niet ontbraken. Een jager passeert.
De ogen zijn van ganzen vervuld, de veer op zijn hoedje
wuift. Ik ben gelukkig en heb het niet koud.
Mijn vriendin heeft mij in vuur en vlam gezet.
Ze schrijft dat ze zich nachten heeft ontzien
en een rode vrouw in de sneeuw heeft geschouwd.
[p. 529]
Zoals jij dochters verzorgde. Een godin
moest je zijn. Je deed je schort af en droogde
tranen, speelde een spel, keek geen tv.
Kjken door jouw ogen, horen door jouw oren,
eten met jouw handen, proeven met jouw tong.
Levensgevaarlijk was dat: met aandacht
en precisie kan je kinderen dooddrukken.
Ik begrijp je woede: het is nooit goed.
Zo is het, het is nooit goed. Daar ben
je moeder voor. Zelfs een godin roept
weerstand, jaloezie en doodslag op.
[p. 530]
Wie eeuwig schuilt, verzet geen voet. Soms
moet ze van mijn schoot en, koud gegaan,
spelen met wie haar naar het leven staan.
Ze huilt omdat ze jarig is, de dood zag komen
die boosaardig zwaaide met zijn rode vlag.
Ze vlucht naar vaders schoot,
zijn stoppels en zijn zure ademstoot.
Lees de Tirade Blog
Beest zijn – over de groei van kennis
Larousse 6 Als op de markt een hond mij aankijkt, is mijn dag goed. Contact met een dier voelt als een sensatie. Een blik van verstandhouding met een jonge koe langs een wandelpad of een onverschrokken hangbuikzwijn dat je klokhuisje komt oppeuzelen, en even welwillend zijn varkensoogjes over je verschijning laat glijden, maar ook de...
Lees verderDe poëzie een woningzoekende
Het idee kwam tot me per toeval, zoals de meeste goede ideeën. Ik had een lang en ingewikkeld soort-van liefdesgedicht geschreven voor mijn toenmalige vriendin M. Het was in de stijl van Rilkes Duineser Elegien,die ik ooit was gaan bestuderen omdat ik had gelezen dat Lucebert in zijn jonge dichtersjaren ze als dagelijkse kost verslond....
Lees verderIets ontastbaars – over muziek
Larousse 5 In de meeslepende actiefilm Baby driver timet de chauffeur van een groep bankrovers zijn acties nauwkeurig met liedjes die hij op zijn koptelefoon afspeelt: binnen 2.45 min. moet de buit binnen zijn. Dan komt de politie. Jarenlang timede ik mijn hardlooprondjes met symfonieën van Mahler. Ik liep afstanden die goed binnen de range van...
Lees verder
Blog archief