[p. 69]
Sebastiene Postma
Gedichten
Hulp II
Jane Carlyle’s dienstmeid bakte brood en stopte sokken
terwijl haar bazin de trap opliep.
Die stapte langs haar heen op de door
haar gedweilde treden en verdween uit zicht
na eerst nog talloze kritische opmerkingen te hebben gemaakt.
Het werk was nooit goed genoeg.
Het was haar schuld dat muizen het behang
van de trapmuur wegvraten
en bedwantsen achter de plinten
en onder het kleed op de overloop waren gevonden.
Ze kon nog net haar ontevreden voeten tussen
de balusters van een hogere traparm zien.
Ze hield dat tempo niet bij. De planken
moesten regelmatig worden geschrobd
of geschuurd of opnieuw worden gevernist.
Schimmel en termieten moesten worden aangepakt,
de spijlen en de dekstukken moesten in de was
worden gezet, de loper moest worden uitgeklopt,
ontluisd en waar nodig versteld, de koperen loperpennen
en traproeden moesten worden gepoetst.
Na een tijd hoorde ze alleen nog haar voetstappen.
Zij moest beneden blijven om te zorgen
dat alles niet te hard versleet of wegrotte.
Om niet krankzinnig te worden bedacht ze dat
van een afstand bezien
zij misschien…nee.
[p. 70]
De neerwaartse hamertrap of axe kick is ook effectief.
Er zijn meer traptechnieken of chagi.
Het been wordt gestrekt gehouden en omhoog
gezwaaid tot het bijna loodrecht in omgekeerde richting staat,
de voet daalt met een boog van boven af neer
op het hoofd van de tegenstander
als het blad van een bijl.
Zoals Cusanus al opmerkte, is er bij oneindigheid
geen verschil tussen een rechte steektrap of een wenteltrap.
[p. 71]
De jakobsladder
William Blake voerde diepgaande gesprekken
met aartsengelen en zijn dode broer.
Hij liep vaak met hen van gedachten te wisselen
zonder echt goed op de vloer te letten.
Zijn tijdgenoten meenden dat hij een rare gek was,
maar de prerafaëlieten besloten dat het geen
gekte was maar genialiteit.
Blake bond de strijd aan met de lagere treden.
Men ontdekte door hem de onder-
en overschrijding, allemaal mogelijkheden.
De visioenen hingen bij Blake gewichtloos boven
zijn hoofd, trappelend om op te stijgen als ballonnen aan touwtjes.
De ruimte tussen zijn schoenen en de grond
was groter te krijgen. Hij ging steeds naar buiten om te kijken.
Kijk. Door het kleine gat in het laaghangende dichte wolkendek
boort zich een kurkentrekker van zon schuin naar een pas gemaaid veld.
Balen hooi in plastic liggen verspreid over een paar hectaren.
Al het licht verzamelt zich in die ene wenteling.
De rest van de akkers, de heggen, de sloten,
wordt in de schaduw onwaar-
neembaar. De bundel zonnestralen die zich speurend
door de dekking heen wurmt is zo intens
(als een zoeklicht vanuit een politiehelikopter)
dat hij een schacht van boven naar beneden vormt.
Een opening die moet zijn gedacht.
Wil men naar het hoogste
dan is de ladder de baar.