[p. 45]
Nickie Theunissen
Gedichten
Relatieve Betrekkingsideeën
‘Als de wereld zich versnippert en voluit in je strooit,
vraag dan of ze logisch is.’
Meneer Klein praat luchtig op mijn kosten en ik wil
het probleem dat hij me weigert.
Hangmappen, een diploma, tissues, een lichaam dat
je uit elkaar kan halen: overdag zit hier een arts.
Meneer Klein vraagt of ik cirkels wil trekken, ronde kamers
waarin de anderen als stippen op bezoek komen.
Dus maak ik een staartdeling van mijn vader
hij komt niet uit, blijft oneindig achter de komma.
Zin ik op versies van waarheid, want
hoe deel je een verleden in?
‘Welke stip ben je zelf?’
‘Ben je jezelf vergeten?’
Na negen keer stuurt hij me weg, een breuk
zonder uitkomst. Er zijn omstandigheden.
[p. 46]
Nachtkonvooi
Wie hier per ongeluk de keerzijde koos
over koud asfalt naar zijn liefdes vloot
heeft het nakijken:
stormlampen schouder aan schouder en
masten huiveren als antennes die rillend
naar berichten van het thuisfront tasten
in elke kajuit tikt een hart dat een kamer
reserveert voor wie er niet was
geen gaten in het water, ook achterliggers
moeten naadloos tussen de pijlers gaan
hoeveel kamers vluchten onder de bruggen
die steeds weer worden ingehaald, hoeveel
verdwijnen er omdat het lampje dooft?