Kroniek van de roman
Carel Peeters
De mislukte hartverzachter
Wanneer de hoofdpersoon van Vertedering, de gesjeesde filosofiestudent en postkamermedewerker bij een groot tijdschriftenbedrijf, het meisje in zijn huis heeft waar zijn gedachten de hele week naar uit waren gegaan, komt het op daden aan. De ‘hele week over gefantaseerd en nu die fantasieën werkelijkheid dreigden te worden deinsde hij ervoor terug’. Hij voelde zich al moe worden bij de gedachte aan seks. Het zoenen in de voorafgaande uren was soepel gegaan, ‘maar nu de vervolgfasen. Het zoenen aangevuld met hitsige strelingen, handen in of onder kledingstukken. Het altijd weer onwennige ongemak van het ontkleden. Het zoeken naar hoe hun lijven het beste in elkaar pasten, hoe hun ritmes het meest in overeenstemming waren…’ Hij vraagt zich af waarom ze bij binnenkomst niet meteen naar de slaapkamer zijn gedanst, struikelend over elkaar en over neerdwarrelende kleding: ‘dan was er tenminste geen gelegenheid geweest voor dit soort overwegingen. De mens moest in actie blijven – zodra hij aan het contempleren sloeg, openden zich de poorten van de hel.’
Als één roman voldoet aan de socratische eis dat het leven onderzocht moet worden om de moeite waard te kunnen zijn, dan is het Vertedering
De poorten van de hel mogen met het contempleren geopend worden, in Jamal Ouariachi’s roman zorgt dat contempleren van begin tot eind voor een gesmeerd heen en weer tussen leven en denken, tussen daden en het observeren van die daden, tussen handelen en beoordelen van dat handelen. Als één roman voldoet aan de socratische eis dat het leven onderzocht moet worden om de moeite waard te kunnen zijn, dan is het Vertedering. Je zit als lezer op de lip van de postmedewerker omdat hij alles betekenis geeft en tot onderdeel van zijn leven maakt, maar door dat permanente reflecteren ontstaat er ook steeds weer afstand. Het verhaal krijgt er lucht van.
Het maakt ook wel indruk dat Ouariachi in het eerste van de drie delen van de
roman een rustige aanloop neemt door te doen alsof ‘vertedering’ zijn thema zal zijn, terwijl het uitloopt op een roman over het omgekeerde, over niet in de hand gehouden gedrag, over agressie. Die aanvankelijke vertedering verloopt via een poesje, door de dertigjarige postmedewerker gered uit een nest dat zomaar ergens in het gras stond in de buurt van zijn werk. Dat hij het poesje meeneemt, er beschermend mee omgaat en er inderdaad door wordt vertederd, heeft bij een reflectief schrijver als Ouariachi natuurlijk een andere kant. Geleidelijk snap je dat de vertedering voor dit ‘amulet’, deze ‘kleine geluksbrenger’, een compensatie is voor wat hij Elsa, zijn Grote Liefde, heeft aangedaan. Ook al krijg je pas op pagina 238 te horen wat zich werkelijk heeft afgespeeld, de postmedewerker wordt voortdurend aan de gebeurtenis herinnerd. Dat hij tijdens een ruzie haar keel heeft dichtgeknepen, haar bijna had vermoord, heeft zijn bestaan aangetast. Zo kende hij zichzelf niet.
In Ouariachi’s debuutroman De vernietiging van Prosper Morèl, wil de hoofdpersoon aanvankelijk een succesvol schilder worden. Wanneer dat hem niet erg realistisch lijkt wordt hij psychotherapeut en kiest hij voor een veilig en zeker bestaan. Maar het is geen serieuze keuze, hij wil het zien als een experiment, als een ironisch concept. Het is hem slechts tot op zekere hoogte ernst. Wanneer het hem niet bevalt verlaat hij dat veilige bestaan weer. Maar hij blijft erin steken. Tot hij met zijn oude ideaal wordt geconfronteerd wanneer de erfenis van een oude vriendin hem toevalt. Zij had van haar leven iets gemaakt, een kunstwerk misschien wel. De confrontatie daarmee haalt zijn hele leven overhoop. De ironie vergaat hem.
Dat het leven geen solide fundament heeft, geen kern die je vast zou kunnen pakken, dringt tot de postmedewerker door wanneer hij erachter probeert te komen wat hem tot die agressie heeft gebracht. Als filosofiestudent heeft de postmedewerker zich moeten verdiepen in de denkbeelden van de Amerikaanse pragmatist Richard Rorty. Rorty’s idee dat de werkelijkheid geen vaste ondergrond heeft, dat alles afhangt van het perspectief en van de gekozen interpretatie, heeft zich diep in de postmedewerker genesteld. Alle overtuigingen zijn relatief en moeten daarom met ironie bekeken worden. Maar als het om zijn agressie gaat wil hij toch niet zomaar aannemen dat die alleen maar te maken had met toevallige omstandigheden, dat hij last had van stress, dat zijn studie niet vlotte, dat hij te veel actiefilms heeft gezien, dat zijn café ‘Nooit meer slapen’ aan het failliet gaan was, dat hij zich aan alles ergerde. Hij wil weten of het niet in zijn karakter ligt, of het niet iets genetisch is, dus toch een concreet fundament heeft, en niet iets ‘contingents’ is, zoals Rorty het zou zeggen. Hij wil niet als Prosper Morèl in ironie ten onder gaan.
Deze overwegingen zijn ingebed in het dagelijks leven van de postmedewerker, door Ouariachi met goed gevoel voor detail, stemming en ritme verteld. Het dagelijkse ritueel van de post halen op de afdelingen, de gesprekjes, de koffie, de collega’s, hun tics, hun terugkerende verhalen en hebbelijkheden, Ouariachi weet het steeds weer op een andere manier te vertellen. De verveelde, met rotjes spelende zoon van zijn chef die hem in de vakantie mag helpen, wordt met veel saillante details getypeerd. Maar deze jongen gebruikt Ouariachi ook om de emotionele huishouding van de postmedewerker mee te peilen: hij ergert zich dood aan die jongen, en dat ergeren weet hij nauwelijks te kanaliseren. Hij raakt er, tegen zijn zin, ‘opgefokt’ van. De postmedewerker wordt geleidelijk een klaagen zeurmachine, iemand die zich aan alles weet te ergeren: de zomer is niks, de herfst is niks, de feestdagen zijn niks, de postkamer is een horrorhol, de mensen zijn niks. Hij bevindt zich in een permanente staat van irritatie. Ook al is dat een feit, zo kent hij zichzelf niet en zo wil hij zichzelf niet kennen.
Wanneer de gebeurtenis met zijn Grote Liefde Elsa zich op een iets andere manier herhaalt met een nieuwe liefde, de parmantige maar lieve Zerline, begint de discrepantie tussen hoe hij zichzelf ziet en hoe hij in werkelijkheid is, te groot te worden. Ook al wil hij het niet, de spanning en irritatie lopen in haar aanwezigheid zonder veel aanleiding op. Op een bepaald moment kost dat zelfs het poesje Buscemi het leven: ‘Het moeilijkst vond hij dat wat hij gedaan had niet overeenkwam met zijn opvattingen. Hij had een bepaald beeld van zichzelf. Liberaal. Vrijzinnig. Modern. Geëmancipeerd. Pro abortus, pro euthanasie, pro homohuwelijk. Tegen discriminatie op basis van etniciteit, geslacht, seksuele voorkeur. Een keurig politiek correcte modelburger.’
Je kunt zien hoe bedachtzaam Ouariachi bij de compositie van de roman te werk gaat wanneer hij pas op de helft van Vertedering de toestand van de postmedewerker een officiële naam geeft. Had hij het eerder gedaan, dan zou het niveau van het dagelijks leven te veel zijn doorbroken en opgetild naar een discursief niveau: de details van zijn dagelijks leven zouden gestold zijn in een psychologische term. Op de helft van de roman kan het. De toestand van de postmedewerker heet officieel ‘cognitieve dissonantie’: het is de spanning die ontstaat wanneer je gedrag niet strookt met je denkbeelden.
De postmedewerker heeft die officiële term nodig om zichzelf aan te sporen zijn gedrag te veranderen. Wanneer hij erachter komt dat een meisje op zijn werk verliefd op hem is, vraagt hij of ze mee wil werken aan een door hemzelf bedacht therapeutisch experiment dat hem van zijn agressie af moet helpen. Hij wil, in de hoop dat dit louterend op hem werkt, met deze Paula de irritaties en ruzies naspelen die hij met Elsa en Zerline heeft beleefd. Dat brengt de roman in het vaar-
water van de vraag of we met werkelijkheid of schijn te maken hebben. Is de postmedewerker het meisje aan het manipuleren en geniet hij van dit dubbelzinnige rollenspel? Het meisje doet met tegenzin mee. Wanneer ze ermee op wil houden, wil hij per se doorgaan, juist om over een grens heen te gaan, wat genezend zou werken.
En het helpt, moet hij bekennen. Ondertussen was het hele experiment bedoeld om hem weer geschikt te maken voor Zerline. Hij wilde haar terugwinnen nu hij genezen is van zijn probleem, nu de ‘programmeerfoutjes uit zijn systeem [waren] verwijderd’. Met een ‘verbeterde versie van zichzelf’ zou hij zich weer bij haar melden. Hij had er oprecht aan gewerkt om zijn hart te verzachten, het te ontdoen van de fontein aan ergernissen die steeds in hem opkwamen. Maar hoe zacht is zijn hart geworden als hij Paula abrupt afdankt wanneer hij denkt ‘genezen’ te zijn? Ze had gehoopt dat zijn hart voor haar moest genezen, ook al had hij gezegd dat hij nog niet erg verliefd op haar was.
Ouariachi blijft heel dicht op het dagelijks leven van de postmedewerker, en toch weet hij het verhaal permanent iets op te tillen
Ouariachi blijft heel dicht op het dagelijks leven van de postmedewerker, en toch weet hij het verhaal permanent iets op te tillen. Hij laat hem constant naar zichzelf kijken en over zichzelf nadenken, hoe dubbelzinnig dat ook vaak is. De vraag waardoor iemand doet wat hij doet, is wie hij is, komt voordurend op. Ouariachi wil de mogelijke achtergronden van het gedrag van de postmedewerker laten zien omdat ze onzeker blijven. Heeft hij die agressie van de vele actiefilms die hij verlekkerd heeft bekeken, van The Shining tot het oeuvre van Tarantino met de helse scènes van Reservoir Dogs? Was hij als kind al zo driftig? Ja, maar niet zo erg, zegt zijn zorgzame maar niet opdringerige moeder die elke zondag bij hem langskomt. Wanneer hij met zijn moeder oude fotoalbums bekijkt ziet hij zichzelf veranderen van een schattig jongetje in een ‘oncontroleerbaar monster’. Feit is dat hij het als kind ‘onverdraaglijk’ vond dat ‘de wereld zich niet naar zijn wil voegde’. Is er misschien een neurobiologische oorzaak, dat is immers zo in de mode?
Heeft de gesjeesde filosofiestudent en postmedewerker een programmeerfoutje? Ouariachi zorgt voor alle mogelijke antwoorden op die vraag door middel van soepele scènes, treffende dialogen en heldere reflecties. Dat de postmedewerker, ondanks zijn verzachte hart, er niet in slaagt zijn geliefde terug te krijgen, stelt dan niet meer echt teleur.