Tomas Lieske
Massolit
In maart 2012 vertrok ik naar Berlijn om daar een roman te schrijven. Ik nam De Meester en Margarita van Boelgakov mee, een van mijn lievelingsromans, die mij voeden en mij de les voorhouden: dit is het niveau, daar moet ik naar streven.
Men wil vandaag geen fantasie meer, men wil ‘echt gebeurd’
De Meester en Margarita gaat over het bezoek van een zekere Woland, de Satan, die in Moskou een Walpurgisnacht, een enorm bal wil houden. Als Koningin van het bal wordt Margarita uitverkoren. De Moskouse maatschappij wordt vooral getekend door het jaloerse gekonkel in de variété- en theaterwereld en in de machtige literaire kringen. Literatoren hebben hun vereniging Massolit en het Gribojedovhuis is de plaats waar schrijvers bedelen om gunsten en waar de belangrijke leden steur, kreeft en kaviaar eten. In het gezelschap van Woland zien we de figuren Korovjev, de kater Behemoth en de moordenaar Azazello. Zij zorgen met hun duivelse trucs voor paniek onder de bonzen en voor de onweerstaanbaar komische gebeurtenissen. Margarita probeert haar geliefde, een schrijver die werkt aan een roman over Pontius Pilatus, te redden uit inrichtingen. Waarom deze roman?
Om de stijl, de manier waarop het verhaal verteld wordt. Zoals de machtigen te kijk worden gezet, is nog steeds uiterst komisch, maar naast alle grappen blijft het verdriet voelbaar, veroorzaakt door ‘de Moskouse instellingen’ zoals Boelgakov de geheime politie noemt. Dat is literaire strategie.
Om de fantasie. Die fantasie is in mijn idee onmisbaar voor een roman en het is bovendien een van onze grootste verworvenheden. Door onze fantasie zijn wij volwaardige mensen. Wie aan fantasie hecht, botst echter met de steeds grotere aandacht voor non-fictie. Boeken over ons brein, over primaten, over bètawetenschappen, biografieën worden tegenwoordig belangrijker gevonden dan romans. Arme fantasie! Men wil vandaag geen fantasie meer, men wil ‘echt gebeurd’. En schrijf je toch een roman, dan plak je het etiket ‘echt gebeurd’ op de buitenkant.
Want dan mag je aanschuiven bij de talkshows en dan kan je beter scoren in de ‘aandachtseconomie’.
Met de fantasie roep je een wereld op die verwijst naar de bestaande wereld, maar die tevens een literaire werkelijkheid in zichzelf is. Dat is naar mijn idee de grootste opdracht van een schrijver.
Om de tegenstelling van individu tegenover massa. Margarita tegenover Moskou. Woland tegenover de werkelijkheid. De Meester tegenover Massolit. Alsof in dit laatste woord (Moskouse associatie van literatoren; maar ook Literatuur voor de massa) al getypeerd wordt hoe het niet moet: geen populisme, geen clichés, geen straatrumoer, geen Dan Brown, geen thrillers. Weg met de verthrillering van de literatuur, weg met de literaire thriller. Het individu is in de literatuur een denkbeeldig personage.
Literaire strategie, fantasie en individu: elementen van De Meester en Margarita. Ik vind ze onmisbaar voor een goede roman. Ik zie er belangrijke redenen in om op te houden met de neerbuigende houding tegenover alles ‘wat maar verzonnen is’.
Tomas Lieske (1943) is romanschrijver en dichter. Hij won de Libris Literatuurprijs en de VSB Poëzieprijs. In februari verschijnt zijn nieuwe roman. Bovenstaande is een verkorte versie van het dankwoord bij het uitreiken van de Literaire Witte Prijs.