Vorige week overleed Gerrit Noordzij, de typograaf die tussen 1978 en 2015 het gezicht van de uitgeverij bepaalde. In de eerste jaren betrof dat bijna uitsluitend typografische (letter-)omslagen, later kwamen daar ook wel figuratieve omslagen bij, al werden deze door Gerrit eigenlijk als een noodzakelijk (commercieel) kwaad beschouwd. Voor hem was eenvoud de norm.
Sinds het begin van de jaren negentig was ik verantwoordelijk voor de voortgang van de productie bij Van Oorschot. En in die hoedanigheid had ik uiteraard intensief contact met Gerrit, zowel telefonisch als per brief, en later voornamelijk per e-mail. En aangezien we over het algemeen te zuinig waren om de binnenwerken van onze boeken te laten vormgeven ging dat bijna uitsluitend om boekomslagen en bandontwerpen.
Tweemaal per jaar ontving hij van ons een opgave van een aantal nieuw te verschijnen titels, en een aantal weken daarna ontvingen we de ontwerpen in de vorm van reismodellen. Deze werden meestal door de directeur van de Koninklijke drukkerij G.J. Thieme te Nijmegen langsgebracht, waarna zenuwachtig en opgewonden de dummies werden uitgespreid op een bureau. Steevast concludeerden we: ‘Gerrit heeft zichzelf weer overtroffen.’
In 1993 was voor het eerst sinds 1973 een nieuw deel van een nieuwe auteur in de Russische Bibliotheek verschenen: Vladimir Majakovski Werken. De in de tussenperiode verschenen nieuwe delen betroffen Brieven-delen van Dostojevski, Toergenjev en Poesjkin, en de onvolprezen Onegin-vertaling van Wim Jonker. Voor deze titels konden we gemakkelijk voortborduren op de bekende Salden-typografie van de omslagen. Welnu, daar kon bij Majakovski geen sprake van zijn. Helmut Salden voelde zich te oud en had waarschijnlijk ook geen zin om nog voor Van Oorschot te werken.
En dus ging er naar Gerrit Noordzij een lastig verzoek. Een nieuw ontwerp, een andere letter, maar voor het oog aansluitend bij de bekende typografie van Salden. En vooral niet vergeten dat het zo kenmerkende scheidingsteken tussen auteursnaam en titel niet verloren mocht gaan. Polderen dus, met achter het stuur een vormgever die de typografie van Salden regelmatig ‘maniëristisch’ noemde.
Simpel, meesterlijk en stronteigenwijs. Het gestileerde ‘streepje’ van Salden tussen auteursnaam en titel is bij Gerrit verplaatst naar boven de uitgeversnaam en een klinisch rechte lijn (‘een rechte lijn is een rechthoekige vlek’) geworden. Het gekozen font voor de belettering raakt genoeg aan Salden om ook dit nieuwe deel tot de reeks te laten behoren. Na Majakovski volgden Achmatova, Boelgakov, Boenin en Tsvetajeva. De Russische Bibliotheek was niet meer van Salden alleen.
De reacties op de omslagen van Gerrit waren altijd tweeledig. Sommigen waren blij dat de uitgeverij niet meeging in de meute van schreeuwende plaatjesomslagen maar anderen hadden moeite met de ‘saaie’ letteromslagen. En ook op de uitgeverij ontkwamen we niet aan deze discussie. De misvatting dat boeken in een typografisch jasje ‘moeilijk’ zouden zijn bleek hardnekkig. Gaandeweg is er toen een nieuwe rolverdeling ontstaan. Christoph Noordzij, Gerrits zoon, nam de illustratieve omslagen voor zijn rekening en Gerrit bleef de omslagen van verzamelde werken, dichtbundels en andere prestigieuze uitgaven verzorgen.
Een jaar of acht geleden (hij was toen al dik in de tachtig) ging ik met het lood in de schoenen naar Hattem om Gerrit voor te stellen ook die uitgaven aan zijn zoon over te laten. Er ontstonden steeds meer fouten in omslagen en voor het aanbrengen van kleine correcties hadden we soms wel driedubbel mailverkeer nodig. En, wellicht het belangrijkste, ik had de indruk dat Gerrit er niet zo veel zin meer in had. Volgens mij waren we bij het afscheid nemen allebei erg opgelucht.
Uitspraken als ‘ook de opdrachtgever zelf heeft meestal een idee, en dan is het de kunst van de ontwerper om het idee van de opdrachtgever uit diens hoofd te praten’ en ‘uitgevers bemoeien zich wel vaker met het proces; schrijvers zijn helemaal gek; als je een schrijver vraagt wat hij van het omslag vindt, ben je verloren’ wekken de indruk dat we bij Van Oorschot zaten opgescheept met een eigenwijze en betweterige typograaf, en niet ten onrechte. Maar welk een genoegen was het!
Jaap Blansjaar