Er was een periode waarin veel Surinamers zich schaamden om Surinamer te zijn. Hun gebruiken zoals de taal, cultuur en godsdienst werden namelijk onderdrukt door de kolonisator, vooral die van de Afro-Surinamer. Alles van het buitenland was beter, met name van Nederland, zoals de variant van de Nederlandse taal, literatuur, producten en godsdienst. De bundeling Wie Eegi Sani bracht daar verandering in.
In een interview in de Volkskrant van 1 december 2021 vertelde Cynthia McLeod dat Surinamers vroeger hebben geleerd dat alles wat met Suriname te maken had, slecht, dom en minderwaardig was. ‘Pas in de jaren vijftig, zestig kwam daar een beetje verandering in, speelden sommige schoolboekjes zich af op een erf in Suriname. Maar wij hebben geleerd dat alles wat zwart of gekleurd was, alles wat met Suriname te maken had, slecht, dom en minderwaardig was. Dat is een van de wrede nawerkingen van slavernij en contractarbeid en werkt nog altijd door in de mensen tot op de dag van vandaag. De mensen in Europa stelden zich zonder gewetenswroeging boven ieder ander.’
Volgens informatie van The Black Archives was Wie Eegi Sani, WES, een culturele vereniging, die in 1951 was opgericht onder leiding van toenmalige rechtenstudent aan de Vrije Universiteit te Amsterdam Eddy Bruma om de Surinaamse cultuur te verheffen. Vanuit WES werden er poëzie, literatuur en theaterstukken geschreven in het Sranantongo, een taal die vanwege het kolonialisme als inferieur werd gezien ten opzichte van het Algemeen Beschaafd Nederlands.
Bruma schreef ook het toneelstuk De geboorte van Boni waarin hij de vrijheidsstrijd van de Marrons onder leiding van Boni verbond aan de strijd van Surinaamse nationalisten. Het stuk werd in 1952 gespeeld door een cast met alleen zwarte acteurs. De hoofdrol werd vertolkt door Frits Pengel, de latere directeur van de Surinaamse Televisie Stichting. Otto Sterman speelde een priester.
De Theaterencyclopedie geeft aan dat de voorstelling ‘De Geboorte van Boni’ in 1952 als een politiek pamflet werd gezien en tevens een van de eerste echte manifestaties van Surinaams theater in Nederland was. ‘Bruma schreef het stuk over de leider van de slavenopstanden in Suriname, met als duidelijke boodschap dat ook het juk van het kolonialisme moest worden afgeschud.’
Kunstenaar Nola Hatterman schilderde het iconische ‘Na Fesie’ (1953): de toekomst, die van een onafhankelijk Suriname welteverstaan. De figuren die erop staan afgebeeld speelden mee in ‘De Geboorte van Boni’, dat vrijheid en onafhankelijkheid symboliseert. Allemaal waren ze lid van de Vereniging Ons Suriname dan wel van de culturele beweging Wie Eegi Sanie.
Tot de groep Wie Eegi Sanie behoorden ook historicus Eugène Gessel en Surinaams taalkundige Hein Eersel. Zij vonden het belangrijk dat de verschillende elementen van de Surinaamse cultuur, zoals het Sranantongo, beter gewaardeerd moesten worden. De organisatie ontwikkelde zich later tot een nationalistische partij, de PNR, onder leiding van Bruma. Een partij die een grote rol zou spelen in de Surinaamse strijd om onafhankelijkheid. Volgens informatie van de Vereniging Ons Suriname was Wie Eegi Sanie ook daarvoor opgericht, om Suriname onafhankelijk te maken van Nederland. Dat gebeurde uiteindelijk ook op 25 november 1975 en het leek erop dat met het bereiken van deze mijlpaal de organisatie zou ophouden te bestaan.
Lothar Boksteen zette in een aflevering van de podcast Vrijblijvende Gesprekken uiteen dat de onafhankelijkheid een migratiestroom op gang bracht doordat veel Surinamers de nieuwe status niet zagen zitten. De organisatie besloot toen de migrantenstroom in goede banen te leiden. De migranten werden begeleid in hun proces van aanpassing in hun nieuwe woon- en leefomgeving.
Een belangrijk aspect van het Surinamer zijn, is het leveren van strijd tegen de verschillende vormen van onderdrukking waarmee zij kregen te kampen in de loop der jaren. Zij lieten zich niet tegenhouden door beperkingen. Daarom is het belangrijk om trots te zijn op de elementen als de taal, het Sranantongo en de koto.
Veel immigranten hebben verschillende cultuurelementen waarmee ze naar Suriname kwamen, in de loop der jaren aangepast, verder ontwikkeld en hun eigen gemaakt omdat ze iets nieuws moesten opbouwen in een vreemd land. Vooral bij de immigratievieringen is het belangrijk te gedenken de kracht die ze daarvoor hebben gehad. Maar het is ook belangrijk te waarderen wat we hebben op het vlak van cultuur en die ook trots uit te dragen. Dankzij de inzet van Wie Eegi Sanie durfden vele Surinamers deze zaken beter te waarderen, en op hun werk borduur ik ook voort.