In 1912 vond een amateur-paleontoloog Charles Dawson nabij Piltdown een onderkaak en een stukje schedeldak van wat de geschiedenis in zou gaan als de Piltdownmens, of Eoanthropus dawsoni. Een mooie nieuwe stap in het uiteenrafelen van de geschiedenis van de mens. Deze had een al wat menselijke schedel en een nog wat aapachtige kaak.
De groei van kennis is een hobbelige weg. Sir Karl Poppers Logik der Forschung. Zur Erkenntnistheorie der modernen Naturwissenschaft, waaruit elke wetenschappelijk student in het eerste jaar het hoofdstuk ‘De groei van kennis’ moet lezen, heeft het over hypotheses, falsificatie en verificatie en als ik het me goed herinner het verhaal van de dokter die langzaamaan begint te begrijpen dat handen wassen het ontstaan van kraamvrouwenkoorts wel eens zou kunnen verminderen. Zo groeit kennis.
Zoals diefstal een elementaire rol speelt in de ontwikkeling van welvaart, zo doet bedrog dat in de ontwikkeling van de wetenschap.
De Piltdownmens was een hoax. Charles Dawson heeft niet lang genoeg geleefd om ontmaskerd te worden, hij stierf in 1916, maar de vondst was een kwaadaardige met opzet misleidende bedriegerij. Het schedeldak was van een moderne mens en de kaak van een Oerang Oetan. Ze waren beide bewerkt om de suggestie te wekken dat ze bij elkaar hoorden en dat ze zeer oud waren.
Ik las over dit smakelijk bedrog in een boek van Stephen Jay Gould, een van de bekendste paleontologen en evolutiebiologen. In zijn boek Hen’s Teeth and Horse’s Toes, uit de prachtige reeks Reflections in Natural History zoek hij het eens gedegen uit. En dat kan hij, als er iets opmerkelijk is aan het schrijverschap van Gould is dat hij moeilijke dingen zeer goed uitlegt en daar een ijzeren logica bij hanteert. De essays zijn stuk voor stuk argumentatiekunstwerken. In het essay ‘The Piltdown Conspiracy’ doet hij nog iets heel opmerkelijks. Gould beargumenteert – betrekkelijk dodelijk precies – dat de jezuïet en wereldberoemd theoloog en niet onverdienstelijk paleontoloog Teilhard de Chardin een elementaire rol in dit verhaal had. Teilhard was een vriend van Dawson, was aanwezig op de locaties van de vondst op de momenten dat die gevonden werd. Saillant is dat De Chardin wereldfaam verwierf met trachten het christendom en de evolutietheorie op enigerlei wijze met elkaar in samenspraak te brengen. Hij is daar vooral onder vooruitstrevende christenen zeer om bewonderd.
Misschien heeft Teilhard het toeval een tandje geholpen. Het is helaas niet onopgemerkt gebleven. De wetenschap nam haar kronkelpad naar de waarheid weer en het hele verhaal van Piltdown werd een voetnoot in de wetenschapsgeschiedenis. Racisme speelde nog een rol: juist in die vroege jaren van de twintigste eeuw waren nogal wat paleontologen die moeite hadden met de hypothese dat de moderne mens uit Afrika zou stammen, en dat we daar allemaal uit voort komen. Een honderduizenden jaren oude Brit, de Piltdownmens, kwam waarlijk als geroepen.
Mij fascineert de gedachte dat een wetenschapper een stuk bot en een tand fabriceert om een stap te zetten in de wetenschap. Dat laatste is dan niet aan de hand denk ik, je doet zoiets om een stap te zetten in jouw plek in de wetenschap. Het is een ambitie-gestuurde beslissing. De psychologie van het naam maken. Wetenschappelijk bedrog in de sfeer van hoe de sociaal psycholoog Diederik Stapel dat deed, vergt nog het opkloppen van datasets. Maar een paleontoloog hoeft alleen maar iets te vinden. Zoals de Limburger Eugène Dubois dat op Java deed met zijn schedelkapje.
Zou Dubois een voorbeeld voor Dawson zijn geweest? Dubois van een negatief van Dawson, waar Dawson eer verkreeg tijdens zijn leven en nadien gefalsificeerd werd, werd Dubois verguisd, stierf verbitterd en werd nadien zijn bevinding geverifieerd. De Javamens heeft inzicht in de paleontologie en de geschiedenis gegeven, de Piltdownmens in wetenschappelijk bedrog.
In het graf van Dawson ligt een schedel waarbinnen ooit de overtuiging heeft gewoed dat bewijs fabriceren een goed idee was. En ongetwijfeld woedde daar soms ook twijfel over. Teilhard de Chardin wilde twee in wezen onverenigbare zaken verenigen. Dan moet je je argumentatie voor elkaar zien te krijgen. Het heeft zijn faam geen kwaad gedaan: hij excelleerde uiteindelijk meer in de theologie. Hij zou zich ontwikkelen tot ene 20ste eeuwse mysticus. Dan kan er gewoon oneindig veel meer. En hoef je niets te bewijzen. Dan loop je bij tabellen en bewijzen weg.
Toen ik de geleerde astronoom hoorde,
toen de bewijzen, de cijfers, in kolommen werden tentoongespreid,
toen mij de grafieken en diagrammen werden getoond, om ze op te tellen, te delen, te vergelijken,
zat ik in de collegezaal: hoorde de astronoom die een lezing gaf met veel applaus,
onverklaarbaar overviel vermoeidheid me en ik voelde me niet lekker,
totdat ik opstond en naar buiten zweefde, wegdwaalde, alleen
de mystieke vochtige nachtelijke lucht in, en van tijd tot tijd,
keek ik in volmaakte stilte omhoog naar de sterren.
Walt Whitman
Tijs Goldschmidt Rechtop Over denken, graven en schrijven van Eugène Dubois
Stephen Jay Gould, Hen’s Teeth and Horse’s Toes, Further Reflections in Natural History