Een kenner spreekt

Over de Franse Bibliotheek schreef kenner van de Franse literatuur Rudy Kousbroek enkele jaren geleden onder meer:’Veel van de mooiste dingen op de wereld zijn ontstaan uit een gemis, op de manier van Ravels pianoconcert voor de linkerhand. Als Kafka niet aan paranoia had geleden zouden de boeken waar hij nu beroemd om is niet zijn geschreven. Iets dergelijks geldt voor Van Oorschots Franse Bibliotheek: deze collectie zou niet bestaan als er in Nederland nog Frans werd gelezen. Maar dat doet bijna niemand meer, en als gevolg van dit gemis is deze schitterende reeks vertalingen ontstaan. (…) Het blijkt niet moeilijk uit de klassieke Franse literatuur nog steeds nieuwe en onverwachte keuzes te maken, zoals hier met de Portugese brieven van Guilleragues (1669), De verliefde duivel van Jacques Cazotte (1772) en vooral een werkelijk prachtig boek als Dominique van Eugène Fromentin (1862). Nog afgezien van klassieken als Zola (die bij elke herlezing indrukwekkender wordt), Baudelaire’s Les Fleurs du mal in de vertaling van Peter Verstegen, hors concours net als Céline’s Voyage in die van Kummer. Maar ook uit de romanproductie van de laatste tien jaar kunnen opvallende selecties worden gemaakt – bijvoorbeeld de werken van jonge schrijvers als Jean Rouaud, François Bon, Pierre Michon en Pierre Bergounioux. De Hoorn des Overvloeds waar zij uit komen omvat verder vertalingen van Tous les matins du monde (bekend door de verfilming) van Pascal Quignard, het curieuze Le long séjour (Het lange verblijf) van Régine Detambel en het niet minder merkwaardige Lac (Meer) van Jean Echenoz.’

Overwegingen

De Nederlandse regering houdt ons al decennialang voor dat de eenwording van Europa een goede zaak is. In een klein taalgebied als het onze ligt het dus voor de hand dat wij de belangrijkste Europese talen leren beheersen, en dan vooral tenminste één Romaanse taal, met zijn zo van het Nederlands afwijkende regels. Een goed begrip van één zo’n taal fungeert immers als toegangspoort naar andere Romaanse talen. En wat ligt in Nederland dan meer voor de hand dan goed algemeen onderwijs in de Franse taal? Frankrijk is bijna ons buurland, haar geschiedenis en culturele invloed op de rest van Europa kunnen onmogelijk worden onderschat. Daarbij is Frankrijk voor de meeste Nederlanders het vakantieland bij uitstek – jaarlijks brengen vele honderdduizenden er korte of langere tijd door. Wanneer we beseffen dat juist literatuur maximaal inzicht verschaft in het denken, doen en laten van een volk – wat voor die blijkbaar zo gewenste eenwording geen overbodige luxe mag heten – en dat de wortels van de moderne Westerse literatuur óók al in Frankrijk liggen, dan ligt een principiële keuze door onze regering voor algemeen onderwijs in de Franse taal- en letterkunde wel bijzonder voor de hand. Eens te meer omdat de Nederlandse literatuur sterk door de Franse beïnvloed is: het thema van de Boekenweek 2004, Gare du Nord, heeft dit afdoende aangetoond.Wat wéten wij intussen nog van de Fransen en hun cultuur? In tegenstelling tot de jaren zestig van de 20ste eeuw, toen het Franse taalonderwijs in Nederland vanzelf sprak en menige boekhandelaar nog een ruime Franstalige afdeling had, is het Frans tegenwoordig voor bijna alle Nederlanders een even exotische taal geworden als Arabisch, Chinees of Russisch. Het Nederlandse onderwijsbeleid, met zijn in de wetgeving verankerde voorkeur voor het Engels, is daar in hoge mate debet aan. Natuurlijk is Frankrijk tegenwoordig in het ‘concert der volken’ minder toonaangevend dan vroeger – aardige Fransen, en waarom zouden er mindere aardige Fransen dan aardige Nederlanders zijn -, weten dat best. Voor Nederlanders is en blijft Frankrijk echter een van de belangrijkste spelers op het Europees toneel en goed nabuurschap, of desnoods eigenbelang, vereist daarom dat wij belangstellen in haar bewoners en cultuur. Intussen is de Nederlandse lezer grotendeels aangewezen op uitstekende vertalingen van zowel klassieke als belangrijke hedendaagse literatuur uit dit land.

Opzet

De Franse Bibliotheek, van start gegaan in 1991, presenteert voornamelijk romans en bij uitzondering ook poëzie, die dan tweetalig wordt uitgegeven. In Nederland verscheen Franse literatuur in het verleden verspreid over verschillende uitgevershuizen; veel klassieke werken zijn nooit vertaald, terwijl sommige bestaande vertalingen gaandeweg verouderden. Begin jaren negentig leek de tijd rijp voor zowel een goed overzicht van klassieke werken uit de 16e tot de 20e eeuw als voor het onder de aandacht brengen van belangrijke hedendaagse schrijvers. Inmiddels bestaat de Franse Bibliotheek van Van Oorschot uit 32 delen, en er zullen er meer volgen. Elk deel verschijnt zowel in een gebonden als in een ingenaaide uitgave.Het optimistische plan was, jaarlijks zes à acht delen te presenteren. Dat bleek niet haalbaar, vanwege onvoldoende vertaalsubsidie uit het land van herkomst. De frequentie werd daarom teruggebracht tot twee à drie delen per jaar. Bovendien werd gekozen voor nadruk op de hedendaagse letterkunde.

De Franse Bibliotheek staat onder redactie van Manet van Montfrans. Zij promoveerde op het werk van Georges Perec en is verbonden aan de Universiteit van Amsterdam, waar zij Franse taal- en letterkunde doceert. Vertalingen worden onder meer verzorgd door Rokus Hofstede, Marianne Kaas, Peter Verstegen, Jan Versteeg en Frans van Woerden.

‘In de nerveuze jacht op bestsellers die het hedendaagse literaire klimaat kenmerkt, worden nogal wat Franse eendagsvliegen zonder veel decorum op de Nederlandse markt gegooid. Gelukkig zijn er nog altijd dappere uitgevers die zich daar deels of zelfs volledig aan onttrekken en hun aandacht op erkende oeuvreschrijvers blijven richten. Een aantal van hen (Pierre Bergounioux, Francois Bon, Michèle Desbordes, Pierre Michon, Jean Rouaud) heeft een plaats gevonden in de Franse Bibliotheek van Van Oorschot.’ Martin de Haan en Rokus Hofstede in de Volkskrant, 5 maart 2004