Achter Marienbad
door J.E. Kool-Smit
Mijn scenario betekent niets, zegt Robbe-Grillet. Men is voor deze woorden geschrokken en heeft ze niet geloofd, gezien de talrijke interpretaties. Toch zijn de woorden van Robbe-Grillet in hun culturele contekst heel normaal.
De vorige generatie in Frankrijk ontdekte het absurde, literair gesproken. In elk boek kwam opnieuw uit dat het leven geen zin had. De huidige auteurs die het meest representatief zijn voor het klimaat doen niet anders dan deze lijn doortrekken; alleen zijn ze van de verdediging in de aanval overgegaan; men ontdekt het absurde niet langer, men cultiveert het, men smijt het de burger naar het hoofd.
Het enige recht dat de schrijver nog moest opeisen, aldus Ionesco, is het recht niets te beweren. Het is een schande dat men van een auteur eist dat hij iets te vertellen heeft. Nu is het paradoxale dat Ionesco en zijn broeders meer succes hebben naarmate in hun stukken meer betekenis te leggen valt; onder dit misverstand dat hun principes krachteloos maakt schijnen zij niet te lijden.
Het kunstwerk heeft geen zin; deze stelling moet tot in alle details worden waargemaakt. De elementen waaruit het is opgebouwd hebben ook geen betekenis; het is dus niet nodig na te denken over technische kwesties, dat is zelfs verboden. Als de surrealisten wijzen deze schrijvers een lucide verhouding tot hun creatie af, en niet omdat hun temperament hen daartoe drijft. Wat bij de surrealisten in het beste geval een rumoerige noodzaak was is bij hen een kil beginsel geworden.
Het geval Robbe-Grillet ligt nog wat gecompliceerder. Niet alleen is hij geen Zondagsschrijver, evenmin een naïeveling als Céline die zijn kar met nachtmerries moest leegstorten. Robbe-Grillet is een verstandelijke geest die zich geen rekenschap wenst te geven van zijn artistieke bedoelingen. In dat
opzicht staat hij niet alleen. Erger is dat hij ook geen notie heeft van zijn commerciële intenties. Daardoor krijgt zijn film nl. een dubbelzinnig karakter. Robbe-Grillet bezit een perfect gevoel voor timing; zijn ware werkterrein is de reclame. Met welk scenario kan men het publiek aanspreken op zoveel mogelijk niveaus, was het probleem waarmee hij lang heeft rondgelopen. Niet bewust natuurlijk, dat zou tegen de principes zijn. Maar het systeem werkte des te beter omdat het niet bewust was uitgedacht. Robbe-Grillet kon straffeloos zijn gang gaan: geen zelfverwijt, geen artistieke zorgen, wel alle publiciteit. De zonde van Robbe-Grillet is de mauvaise foi; hij hoort tot een onderafdeling van het genus hypocriet. Zijn straf is dat hij zichzelf de pas naar een meesterwerk afsnijdt.
Marienbad is een film waarin artistieke bedoelingen en snob-appeal een onontwarbare knoop vormen. Marienbad is een verkwistende film, een film met een overdaad aan resonansen. Geen snob, van welke geaardheid ook, blijft buiten schot. Geen middel is te primitief; ieder hondje krijgt zijn kluifje. De Vogue-bladeraars die houden van exclusieve kapsels en gewaden, de gastvrouwen die een spelletje à la mode willen lanceren, de symboliekjagers die kunnen ontdekken dat in de film de dood zijn prooi komt halen, de literatoren die sinds jaren verkondigen dat Robbe-Grillet een filmscenario moest schrijven, de film-avantgarde die het eresaluut aan de generatie van ’30 blij begroet, de vormestheten die zwelgen in verdubbelingseffecten en Franse tuinen, de exotisten die zweren bij een buitenlands accent. Een lonkje hier, een knipoogje daar, en ieder voelt zich persoonlijk aangesproken. Voorlopig is duidelijk dat Marienbad in elk geval zijn klanten serieus neemt.
Marienbad is een film met pretenties. Artistiek gezien terecht? Misschien was die exclusieve entourage nodig om een atmosfeer van tijdeloosheid te krijgen, misschien symboliseert het spelletje met de lucifers de obsederende terugkeer van bepaalde denkpatronen, misschien is de situatie mythisch, misschien moest Robbe-Grillet filmen, misschien is er verwantschap met de generatie van ’30, misschien suggereren de Franse tuinen verstening en de verdubbelingen
een labyrinth, misschien geeft het afschuwelijk accent van X de vervreemding weer.
Het dikst wordt de knoop als men kijkt naar de plaats van handeling: een barokkasteel met bijbehorende orgelmuziek. De barok is een fascinerend tijdperk, maar ook een verplicht nummer voor cultureel geïnteresseerden. Een Hollands hart, zuchtend onder de tyrannie van het gewoon doen, voelt hier het snelst het scheldwoord snob opkomen: Robbe-Grillet had in vroegere boeken immers ook een normaal decor gebruikt? Toch is deze barok-enscènering achteraf voor scenarioschrijver-en-filmer een gelukkig gegeven geweest, geloof ik.
De barok leeft temidden van spiegels, niet om zich een perfect masker te componeren zoals de dandy doet, maar om een sensatie van oneindigheid te ondergaan, om zich en zijn omgeving honderd maal weerkaatst te zien. De barok cultiveert de vorm zonder begin en zonder einde. De barok is het tijdperk van het narcisme, van het cirkelen om het ik. De barok uit zich in de exuberante vorm, waarachter eventueel een opgesloten ziel schuilgaat, – allemaal tendenzen die in het doolhofachtig vroeger werk van Robbe-Grillet ook aanwezig waren.
Marienbad is een film die sociologisch vibreert, in Frankrijk tenminste. Hij voorziet in bepaalde behoeften, pseudoartistieke of echte. Voor sommigen is het een meesterwerk dat precies op tijd kwam, hetgeen een meesterwerk aan zichzelf verplicht is trouwens. Voor anderen is het een symbool van de gebreken van deze tijd. Die tijd is vol nobele bedoelingen, maar evenvol pretenties, terwijl de erotiek er met de verkeerde saus wordt opgediend. De erotiek die het moderne leven beheerst is niet gekoppeld aan morbiditeit of de zinnen, maar aan de intelligentie. Erotiek is een hersenaffaire tegenwoordig. De porno-editeur Pauvert geeft een Bibliothèque d’Erotologie uit; Etiemble schrijft een doorhebberig boek ter verheerlijking van het lichaam. Marienbad schildert ‘het losbreken van de begeerte’. Hebt u het gemerkt? De erotiek gaat onder in sophistication.
Marienbad is ook inzoverre een tijdsverschijnsel dat RobbeGrillet lijdt aan de ziekte die de nouveau roman wortels geeft in de Franse natie: de obsessie van de onbeweeglijkheid en
van het vegeteren. Het is de uitdrukking van een generatie die om demografische redenen tot politieke machteloosheid is gedoemd, die twijfelt aan haar eigen bestaansrecht. Men heeft gezegd dat de film zich afspeelde in het vagevuur; het lijkt mij beter te spreken van een voorgeborchte. Alles blijft virtueel omdat men zelf nog niet tot leven kon komen; wie niet bestaat is niet zeker dat de dingen om hem heen er zijn; men moet blijven opsommen, inventariseren, bezweren om aan het woord te blijven, om de irrealiteit ter zijde te schuiven. Marienbad is een film van voor de verlossende ontdekking van het cogito ergo sum. Het spreekt vanzelf dat de bevrijding ook kan komen via het lachen of het voelen, of zelfs het pijn hebben, zoals bij Colette. Voor Robbe-Grillet en zijn tijdgenoten zou de formule waarschijnlijk luiden: ik vecht, dus besta ik.
Marienbad beschrijft de stagnatie, zoals de nouveau roman de stagnatie beschrijft. Vandaar het primaat van de plaats van handeling. De handeling staat niet langer centraal, wel de plaats waar deze zich afspeelt. De nouveau roman geeft een complete reconstructie van het decor; van de personen wordt beschreven niet hoe zij leven maar waar zij leven. Misschien is deze basisverschuiving het begin van een vruchtbare ontwikkeling; in elk geval kan men zeggen dat in ‘Marienbad’ het gegeven van de plaats virtuoos wordt gehanteerd. Wat men zich uit Marienbad herinnert is de entourage; er is, zoals in ‘Temps Modernes’ werd opgemerkt, een reeks momenten, een periode salons, een periode park, en een periode slaapkamer, corresponderend met een obsessie die steeds groter dichtheid krijgt en een geleidelijke tempoversnelling.
Mogelijk heeft men door de Son et Lumière-spelen opnieuw de kracht ontdekt die uitstraalt van de stem en het licht die een plaats tot leven wekken. En als de samenwerking Resnais-nouveau roman mislukt is komt dat o.a. doordat de klank- en lichtmethode niet volledig genoeg is gevolgd. De nouveau roman heeft immers geen personages meer; zij kent nog slechts opwellingen. En opwellingen hebben geen gezicht. Het zou consekwenter zijn geweest – en artistiek interessanter – zich tot een leeg toneel met stemmen te beperken, in plaats van mensen te nemen die zich gedragen als stand-
beelden; een methode die ieder van de wijs brengt. Zodra er personages in het spel zijn loopt men te pletter tegen het objectieve beeld.
Heeft de samenwerking van Robbe-Grillet en Resnais tot een eenheid geleid? Volgens de makers wel. Geen letter werd aan het scenario veranderd; toen Robbe-Grillet de opnamen zag verklaarde hij dat het resultaat precies was zoals hij het zich had voorgesteld. Voor mystiek ingestelde geesten was dit aanleiding tot nog meer gezwijmel; een nuchterling denkt dat Robbe-Grillet dan minstens moet beschikken over een fantasie met een groot detailleringsvermogen.
In feite is het zo dat Robbe-Grillet en Resnais elkaar voortdurend in de weg lopen. Wie Robbe-Grillet gelezen had vond dat zijn stijl om een camera schreeuwde; alles was fotografisch gezien in zijn boeken, en cinéma intérieur zou het logisch verlengstuk zijn van roman intérieur. Maar Resnais begon met Robbe-Grillet in de essentie van zijn methode niet te volgen: het centrale ‘personage’ fungeert bij Robbe-Grillet als camera-oog, het zou dus logisch zijn geweest, en waarschijnlijk veel obsederender, het weg te laten in de film. Nu weten we nauwelijks wiens innerlijk avontuur verteld wordt en is er wel een innerlijk avontuur? Nog uit een ander feit blijkt dat de verfilming minder gewenst was dan men dacht: er bestaat een verschil tussen camera-oog en mensen-oog dat psychologisch belangrijk is: de camera ziet een detail of een geheel, niet één ding bewust en de rest half bewust.
Na het zien van een film als Marienbad rijst de interessante vraag: niet of men een film apprecieert, maar hoe men deze apprecieert. Om de beelden, of om het geheel. Om de inhoud of om de verwezenlijking. Aangezien hier twee verschillende persoonlijkheden aan het woord zijn, kan de vraag luiden: waardeert men de film van Robbe-Grillet of die van Resnais?
Voor de film van Robbe-Grillet voel ik weinig, al vind ik dat hij zijn experiment moet herhalen zodra hij zich het recht gunt na te denken. Bekijkt men de film van Alain Resnais, dan wordt het oordeel anders. Zijn prestaties geven aanleiding tot vreugde.
Van huis uit is Resnais documentaire-filmer. Dat hij voor dit vak een grote begaafdheid bezit is duidelijk: de beste
scène uit Hiroshima mon amour m.i. was de opname van de ruggen der gelieven aan het begin, een beeld dat van het scherm afspatte. Het commentaar van Resnais op Marienbad is ook dat van een documentarist. Men moet deze film zien als een beeldhouwwerk, zegt hij. Men moet kijken alsof men een reeks plastieken zag, bedoelt hij waarschijnlijk, daarmee Robbe-Grillet’s aandeel onder de tafel schuivend. En nog verder gepreciseerd: ik heb de film opgenomen alsof het om een reeks plastieken ging. Ik geloof dat deze woorden zijn ambitie goed weergeven. Resnais laat het leven verstarren en roept het versteende tot leven. Het meeste leven straalt uit van de geheimzinnige beeldengroep in het park. De menselijke wezens zijn het best als ze onbeweeglijk zijn. Het magisch arrangeren van dode voorwerpen is kennelijk Resnais’ sterke punt.
Daarom is het barok-element in de film het enige dat de door de makers gewenste overtuigingskracht bezit: de obsessies van Robbe-Grillet en de ambities van Resnais vinden er een raakpunt. Schrijver en filmer hebben elkaar gevonden in een hallucinerend decor.
Marienbad is het best te genieten als een experimentele documentaire. Resnais volgt een literaire vernieuwingstraditie: hij keert terug naar de bronnen. Zijn film lijkt te bestaan uit een reeks foto’s, zoals in de oertijd van de cinematografie. De mensen staan in stijve groepen gefixeerd; de camera is eigenlijk de enige acteur die zich vloeiend beweegt. Resnais probeert op alle manieren de soepelheid en het clichégemiddelde te doorbreken, door excessieve. tegenstellingen in kleur (weinig films zijn zo echt zwart-wit), door verschillen in tempo, door menselijke bewegingen te filmen als een serie poses. Marienbad is een spelen met vormen, waardoor sommige voorwerpen een grote intensiteit krijgen.
Het misverstand tussen Robbe-Grillet en Alain Resnais is dat zij esthetisch in verschillende perioden leven. Robbe-Grillet’s preoccupaties zijn die van de nouveau roman. Alain Resnais reageert als de dichter die zich ergerde aan de bezoedeling van de taal. Gebelgd rukt hij aan de filmbeelden. Zijn doel is als dat van de dichter: donner un sens plus pur aux vues de la tribu.