[p. 525]
Agnes de Graaf
Twee gedichten en een brief
Uit volle borst en tweestemmig
mijn jongste broertje M.
dat ongelukkig is en derhalve dan ook
het grootste gedeelte van zijn tijd
in een katholiek tehuis te N.
doorbrengt heeft niet
bijster veel vertrouwen in de mensheid
zo beziet hij met weerzin en schrik
zijn moeder en zijn oudste zus
die tijdens een korte wandeling in het bos
in een boom zijn geklommen
mijn moeder zit natuurlijk het
hoogst heb ik wellicht
wat meer te verliezen: mijn nog maar
nauwelijks begonnen studie aan een
rijkshogeschool, mijn opmerkelijk en
veelbelovend poëziedebuut, mijn tweede
boek dat op stapel staat en dat er
op mijn nadrukkelijk verzoek
als een echte gedichtenbundel uit gaat
zien, mijn briefwisseling met neêrlands
aardigste psychiater, mijn innige
[p. 526]
vriendschap met een kunstzuster in
skandinavië, mijn ongehoord sukses aldaar
met de vertolking van droevige
en dan ook zelfgemaakte liederen, mijn tot
tranen roerende interpretatie van
debussy en chopin, het begrip dat ik voor
de monumentalist J. de G. te H. heb
en dat hij godzijdank ook steeds weer
voor mij weet op te brengen
en de groei in het
hoofd die ik anders zelf wel overhoud
van een kursus wetenschapsfilosofie
maar schrikken wij samen, mijn
broertje M. en ik,
er niet voor terug om op zondagmiddag
in het met wandelaars volgestroomde bos
alle ons bekende
kerstliederen te zingen
tweestemmig en uit volle borst
een spoor van verbijstering achterlatend
terwijl wij er op onze tandem
flink de vaart in zetten
[p. 527]
Ben ik tamelijk vol van je
1
zittend op de plaats
waar jij twee dagen geleden
zat en mij in ieder geval
opmerkte terwijl ik
je gade sloeg
ben ik tamelijk vol van je
daar hoef jij denkelijk zelf
niet meer aan te pas
te komen
och kwam ik jou maar eens
op zaterdagmiddag bij vroom &
dreesmann samen met je
verloofde (die gelukkig in geen
enkel opzicht op mij gelijkt
en zo hoort het ook)
tegen zodat ik niet langer
[p. 528]
hoef te denken dat ik werkelijk
mooi, intelligent en onderhoudend
ben alleen maar
omdat ik hoop dat jij
dat vinden zal
[p. 529]
2
de opluchting toen wij elkaar
op zaterdagmiddag in
vroom & dreesmann op de parterre
met onze respektievelijke
verloofdes tegen kwamen
omdat wel bleek dat we alle twee
niet zo nodig moesten
aangezien we nou ja
al min of meer voorzien waren
dus kon ik je goed bekijken
terwijl je tegen me
praatte zag ik dat je ogen groen
en je lippen vermoedelijk
erg zacht waren
en konstateerde ik dat ik me
erg op mijn gemak voelde
toen je zo dicht bij me stond
[p. 530]
3
in bed deed ik mijn best niet
aan je te denken
vermenigvuldigde ik getallen
van vijf cijfers met elkaar tot ik er
opgewonden van werd
ook poolzeeën, het mesozoïcum,
de watersnood van 1953, het centraal
station van amsterdam om vier uur
smorgens, de dagzaal van vrouwen-2
te duin-en-bosch, harry mulish geheel
ontkleed met alleen zijn sokken aan, een
overnachting in osnabrück omdat ik
in de trein naar italië was gestapt doch daar
niet naar toe wilde & het gat dat ik
op mijn eerste schoolreisje in mijn
tong viel brachten geen uitkomst
er is godzijdank niets waarvoor ik je
nodig kan hebben