Annemarie Estor
Weerloos
Het komt van ergens beneden, misschien wel halverwege, uit mijn oksel van de bok. Moeilijk waar te nemen in rusttoestand, er staat begroeiing voor. Uit de humus van nalatige bewassing schiet er toch zo nu en dan een woord of tien omhoog – ik denk aan wortelkwast, ik denk aan revolverspuit. Ik druk wat dan gebeurt op deze manier graag uit: naar het verhemelte op penselen.