Astrid Lampe
Pilot I
Het beloofde een pittige masterclass te worden.
‘Laten we er meteen maar een gewoonte van maken’ stak ik van wal.
Pittig, ja, want bedenk maar eens spontaan een beeld bij van wal steken.
De modelklas was voltallig.
‘De titel dus,’ friste ik het geheugen op.
We zouden – voltallig en wakker, voltallig en talig, voltallig en gis – van de tekst die behandeld werd, als eerste de titel onder de loep nemen.
Het meisje in lila, beet met haar gedicht de spits af. Op mijn vraag, wie wil, had zij toen het verdacht stil bleef, dapper haar A4-tje in de lucht gestoken en de kopieën van haar tekst vlot rondgedeeld.
‘Ik wil wel!’
Ze droeg een rechte pony, keek wakker uit haar ogen en had op mijn verzoek – na een kort aanloopje met wat haperingen – haar gedicht krachtig voorgelezen.
Een sensibele mezzosopraan, vermoedde ik in haar.
Afscheid
Een pittige masterclass, als gezegd.
Ik spoorde het ponykind aan haar titel (die boekdelen sprak) voorlopig nog even als werktitel te beschouwen en het hele gedicht met die wérktitel in het achterhoofd opnieuw te bekijken.
Na een kort snuifje waarbij ze mij van onder haar gesneden pony een donkere blik toewierp, waagde ze het erop.
‘Werktitel, hm?… Mij bes…’
De t slikte ze in.
‘Mooi,’ zei ik en richtte me meteen weer tot de hele klas. Geen vuiltje aan de lucht (hm), wel ging er een mobieltje af.
‘Mooi… Nu Lilly er een werktitel van gemaakt heeft, kunnen we meteen even nagaan of haar titel gewerkt heeft of niet… laten we eens teruggaan naar de tekst, wat lezen we hier…’
Iedereen boog zich geïnspireerd over zijn of haar kopie van Lils gedicht..
‘Afscheid is de wérktitel,’ recapituleerde ik (als op het toneel een terzijde), ‘Die lezen we dus niet!’
Zo begon ik het gedicht, aandachtig, strofe voor strofe, hardop te lezen. (Droog! Adviseerde ik mijn modelklas altijd. Droog declameren loud and clear. Puntig articuleren en niet teveel inleving! Dat is de beste in-di-ca-tor’)
(Droog. Loud and clear zo het hele verhaal)
De klas vond van wel!
En óf ie gewerkt had, die titel!
‘Dat van die lettervermicelli en die koets vind ik buitengewoon fijn, Lil’ complimenteerde haar een vakgenootje.
‘Zeer!’ beaamde Kimberley, Lils beste vriendin.
Zij en Lilly hadden ongeveer dezelfde coupe en samen bespraken ze vaak – niet per se in die volgorde maar wel uitputtend – de vriendjes, het vriendje en het werk.
‘Goh, Lil…’ zei Kimberley, ‘helemaal na wat je me laatst…’ In plaats van haar zin af te maken keek ze haar vriendin veelbetekenend aan. ‘Petje af, hoor!’
En, hoewel ik op mijn origineel van Lilly’s gedicht al een dikke streep
door haar titel had staan, veinsde ik nog maar even democratie.
‘Nu ie zo fijn gewerkt heeft, die titel,’ voerde ik – pen in de aanslag – de klas,’ Nu hij zo voortreffelijk dienst heeft gedaan, wat denken wij…? Júllie! Wat denk je…? Lilly…!
In dit soort gevallen hoefde ik mijn zin nooit af te maken.
Weg ja weg
‘Gerust weg, hoor,’ jubelde de klas in koor.
Ze krasten hem gewetenloos door. Ik keek expres maar niet naar Lilly.
‘Kill your darlings’ fluisterde Hamid haar bemoedigend toe op de toon van hou je taai. ‘Kill your darlings. Lil.’
We lazen weer!
Achter mijn servet verbeet ik (enz.).
‘Goh Lil…’ zei Kimberley. De klas viel even stil.
Bij Lilly zelf kon er voor het eerst een lachje af. Een besmuikt lachje maar toch. Zo’n lachje dat het midden hield tussen een zenuwtrekje en een ‘cheese’. Zo’n cheese die intussen ook al niet meer op de pasfoto voor haar id zou passen.
Het ging in één moeite door. Nu dat varkentje gewassen was, nam ik meteen ook maar het woordje als onder de loep. Voor de modelklas noemde ik dit ook wel, gewoon even doorpakken, of nu we toch lekker bezig zijn (hm).
Woordjes als als.
Past als een bus! Staat als een huis! Glanst als een gek!
We herkauwden en keurden de lettervermicelli, spontaan beelden, Lil de koningin.
In de soep loopt zo’n koets vaak meesterlijk vast
‘Jahaa, we snappen het, hoor!’ besloot de klas.
Ze hadden gelijk, ik dwaalde lelijk af en had in feite zo mijn speelkwartier, al schoon verbruid. Zo meesterlijk was mijn aandacht aan die koets blijven haken. Glanzend… statig… hoog, steeds aan een andere, nu weer een tilbury.
Tilbury
…Een hofkoets een karos of een praalwagen. Je hebt de prachtigste synoniemen voor koets. Victoria! Diligence. Trojka viel af.
Of ik niet eens een gedicht van mezelf kon proberen?
Lil (zucht)
Daar ik, goden zij dank, alleen nog maar titelloze gedichten schrijf, konden ze me daar tenminste niet op terugpakken, overwoog ik razendsnel, en dus ook niet een op wraak zinnende koningin. Die had mijn titel, zonder pardon, acuut tot werktitel omgedoopt om hem vervolgens klassikaal, hilarisch. kapitaal, finaal, dictatoriaal en magistraal door het volk weg te laten stemmen.
Koppensnellend afgeserveerd. Persoonlijk ben ik niet zo’n fan van kindjes killen.
‘Titelloos…’ zo introduceerde ik mijn gedicht en betrapte mezelf nog juist op een irritant, lichtelijk triomfantelijk toontje. Niet zo kleuren, dacht ik, teveel inleving doet de performance geen goed…. ‘Titelloos…’ herpakte ik me, sec oftewel
Sans titre
‘Als!’ blies Lilly, ‘alsof u het zelf niet doet, als, als!’
Het was me al vaker opgevallen – taal is een machtig wapen – wanneer ze link op me waren was het ineens weer u.
Waarom weet ik niet maar ik moest opeens sterk aan een kalasjnikov -. ja nee, júíst vanwege het woordbeeld, natuurlijk.
‘Als, als,’ repeteerde Lil.
Ze schoot zich er helemaal op leeg. Haar bot geknipte pony, wipte daarbij steeds íéts op, gaf woordjes als als als het ware een pittig accent.
Het was mooi geweest. Ze hadden er duidelijk geen trek meer in.
Later wel weer. Victor & Rolf! Haute couture! n’Importe welke prêt-à-porter jas zou Lil, de hele modelklas, stuk voor stuk fantastisch staan.
Lil (zucht).
Een dag beschrijven…. dans boven het mijnenveld… doortrapt… tirade vóór, tirade na, ontwijkend.
De masterclass was uit en ik los: spontaan mochten de beelden weer vrij stuiteren en mekaar achterna zitten.
in het boemeltje nog…
(stijgen)
in the middle of nowhere (nog)
glijvlucht
opgetild
én vrouw én piloot in wo 11 kreeg ze die bak (bakbeest van een Lockheed F-104 Starfighter) wel van de grond: o schoonst van god los zwevend samenpakken
losgezongen
de rode draad door het oeuvre van Raveel (Roger): schijf worst bungelend in het zicht van mijn span sledehonden zo’n… leeg of lichtend kader!
dit leeg of lichtend kader
verhaal apart