[p. 352]
Blackbird
Hoe je als je langzaam geil wordt
gaat zingen. Zo lief en zo goeiig
zou het altijd
met je borsten tegen mijn borst
en tussen ons niets meer niets
anders dan dat
zou het altijd een kus op steen
zijn geweest, een koude lucht
waartegen een merel
goeiig lief vriendje van me. Hoe
ik aan je adem kan ruiken dit is het
wat kut betekende
zou het niet verloren zijn dus
maar er niet zijn geweest gewoon
gewoon. Luister
blackbird, ben je daar, tussen
mijn benen, take these broken
hands and learn
to write hoe je haar valt en
je hoofd wiegt en ik je voel
kreunen en zingen
hoog boven mijn dakraam, merel
tegen de koude lucht, tegen de zon,
tegen mij aan.
Rutger Kopland