[p. 172]
Zo zwalkt
Nog steeds ben ‘k er op ‘t kantje af doorgerold.
Oorlog. Tb. Darmabces. Longontsteking.
Als ‘k maar tien jaar eerder geboren was
lag ik al lang onder de groene zoden.
Maar nee: penicilline, sulfa, PAS,
werden voor mij net op tijd uitgevonden.
Soms denk ik zelfs, dat er Iets moet bestaan,
dat wil dat ‘k tot op heden door blijf otteren.
Maar als ik mij afvragen ga waarom
ben ik onmiddellijk weer één brok scepsis:
nee, het moet allemaal louter toeval zijn.
Zo zwalkt de ene schildpad meer dan ‘n eeuw
door de oceanen rond, terwijl zijn broertje
al opgeslokt wordt tussen ei en zee.
[p. 173]
Huiver
Soms mocht ik met de slagersjongen mee
voor op de fiets: ‘t was heerlijk, maar ook angstig:
hij reed zo hard en zijn mand klepperde zo:
‘k was als de dood dat we om zouden vallen.
Misschien dateert vanuit die dagen wel
mijn hoogtevrees. Of kwam die, toen ‘k bij Bikart
over ‘n soort brandweerladder wippen moest,
en hij er enkel vals bij stond te lachen?
Dat jongetje, op de Buitenwalevest,
zijn benen rustig bungelend boven ‘t water,
een hengel in zijn hand, ben ik dat echt?
Nu durf ik Theems- en Seinebruggen enkel
nog over als ‘k vlak bij de stoeprand blijf.
Het is de huiver van Vor dem Gesetz.
[p. 174]
Honger winter
Zo tegen twaalven ging ik met ons pannetje
naar ‘t badhuis toe, waar de gaarkeuken was.
Daar werden dan ‘n paar lepels van een drabbige
waterdunne substantie ingekwakt.
‘n Heel enkele keer dreef hier en daar een balletje,
of iets wat te herkennen viel als peen.
Het smaakte in de verte naar aardappel,
en was al ‘t warme eten dat je kreeg.
Op, ‘s avonds, soms, suikerbietkoekjes na,
die in de Mayo werden bruingeblakerd.
Ze golden als extraatje en lekkernij.
Dan praatte je, soms even na-kokhalzend,
over als de Engelsen kwamen en je dronk er
en kopje thee van lindebloesem bij.
[p. 175]
Als poëzie = energie
Als poëzie = energie, dan heb ik
wel een enorme gasbel aangeboord.
Het werd ook tijd: het begon koud te worden
rondom mijn hart, gal, lever, enzovoort.
Een dichter die niet dicht, is als ‘n voetballer
die is gedoemd tot de reservebank.
‘t Hoeft heus niet altijd op papier te komen,
als ‘t in je hoofd maar lekker vonkt en vlamt.
Vroeger had ik het ook, dat panische:
al in drie weken niet één enkele regel.
Nu glimlach ik, sereen en soeverein.
Duizenden nuggets liggen in mijn hoofd
te wachten om te worden opgedolven.
En wat dan nog, als ‘t af en toe koper blijkt?
Lees de Tirade Blog
Eigen mensen
Ik wil wat elke ouder wil: dat mijn kinderen mensen om zich heen verzamelen die mijn taak uiteindelijk over kunnen nemen; vrienden bij wie ze zichzelf mogen zijn en zich veilig voelen, maar die hen ook stimuleren om de wereld te ontdekken en zich verder te ontwikkelen. Hoe meer ik hierover nadenk, hoe moeilijker de...
Lees verderVlinders en vijanden – over schoonheid en verlies
Larousse 17 voor Olaf In de documentaire Mein Liebster Feind van Werner Herzog zit een betoverende scène zoals je die alleen kunt zien in films van Herzog: het toeval hielp. De film draait om de acteur Klaus Kinski en maakt vooral duidelijk wat een onmogelijke man dat geweest moet zijn. Op zeker moment staat de...
Lees verderOp tijd
Rob was mooi op tijd en ik besefte maar weer eens dat ik een man gebleken ben die punctualiteit waardeert. Vijftig worden – eenenvijftig worden – maakt een hoop dingen duidelijk. Ik houd van literatuur, muziek, koken, wijn, film en theater; ik houd niet van beeldende kunst en telaatkomers. Waar ik helaas ook van houd...
Lees verder
Blog archief