Charles B. Timmer
Russische notities
Koeien in de Kalverstraat
Na verloop van dertig jaar was ik een nieuwe vertaling gaan maken van Pasternaks meesterwerk, zijn autobiografie Vrijgeleide. Mijn eerste vertaling van dat boek was in 1958 verschenen. Waarom geen herdruk maar een nieuwe Nederlandse vertaling? Omdat Rusland inmiddels de zogenaamde glasnost heeft leren kennen: de vertaling uit 1958 berust op een originele tekst van 1931, waaruit bij het publicatieproces flinke stukken in de pastei waren gevallen – of het om door de auteur geschrapte passages ging of om een ingrijpen van de censuur is nu niet meer vast te stellen. Waar het me nu om was begonnen is het werk compleet en ongeschonden in het Nederlands over te brengen. Als basis gebruikte ik daarvoor de in 1982 in Moskou verschenen Russische editie, uitgegeven door ‘Sovetskij Pisatelj’ met een uitgebreide inleiding over Pasternaks proza van de bekende Russische letterkundige en academicus D.S. Lichatsjov.1
Tijdens het vertalen van teksten uit het Russisch stoot de vertaler soms op wonderlijke zaken. Zo ook hier. Het gaat om een beschrijving van wat je op een vroege Russische voorjaarsdag in Moskou al niet op straat kunt tegenkomen, en wel op de Arbat, de Moskouse Kalverstraat, alleen uiteraard naar Russische maatstaven vergroot. Op p. 197 van de Russische uitgave staat letterlijk het volgende:
‘… tot aan de knie in het water, ruige en bezwete kraaien, paarden en
voetgangers.’ (‘po koleno v vode, mochnatye i potnye vorony, losadi i
pešechody.’)
Pasternaks proza heeft bijna overal, maar vooral in Vrijgeleide bepaalde trekken van een bekoorlijke raadselachtigheid. Maar ik heb hem nooit op een dwaasheid betrapt, op onzin; hier evenwel heeft hij het over kraaien met knieën en de vogels zweten bovendien, wat volgens de natuur niet kan en niet mag.
Het eerste wat een inquisitieve vertaler dan doet is kijken wat anderen
ervan hebben gemaakt. Ik beschik over twee Engelse en twee Duitse vertalingen van Vrijgeleide, respectievelijk verschenen onder de titels The Safe Conduct, Safe Conduct, Sicheres Geleit en Geleitbrief.
Eerst sloeg ik de vroegste vertaling van het werk op in het Engels uit 1945 – en naar ik meen de eerste vertaling ooit gemaakt in een der westerse talen – die van Beatrice Scott.2 En ik lees op p. 50:
‘… along the brown Arbat which was being dragged to the Smolensky by shaggy and sweaty cows, horses and pedestrians, knee-deep in water.’
Ik moet bekennen dat ik even schrok van die ‘cows’ op de Arbat. Welja, moet de vertaalster hebben gedacht, Pasternak beschrijft Moskou aan het begin van de twintigste eeuw, waarschijnlijk gingen de mensen toen ook per koe winkelen… Haastig sloeg ik het Russische origineel op om te zien wat daar stond en of ik me niet had vergist. Vorony stond er, ‘kraaien’ en niet korovy ofwel ‘koeien’.
Daarna haalde ik er de tweede Engelse vertaling bij, die van Alec Brown uit 19593 en las:
‘… and, knee-deep in water, shaggy, perspiring rooks and horses and foot-passengers drew me on towards Smolenski Market.’
Ik ben zeifin een stad geboren, in Amsterdam, naar Russische begrippen weliswaar niet zo’n grote stad maar toch de hoofdstad van Nederland. Ik ben dus een stadsmens, dat wil zeggen, iemand die weet wat er in zijn stad te koop is en hoe daar alles reilt en zeilt. Ik heb zelfs een tijdlang in de Kalverstraat gewoond toen die nog de allures van een deftige winkelstraat had en niet van een markt in de Oriënt. En echt, ondanks de omineuze naam heb ik in de Kalverstraat nooit koeien of zwetende kraaien kniediep door het water zien waden. Bovendien kwam het me wat zonderling voor, hoe in Engeland tussen 1945 en 1959 koeien zo maar in kraaien konden veranderen.
Ik ging verder zoeken, nu bij de Duitse vertalers die immers bekend staan om hun Fleiss und Gründlichkeit. Er is een vertaling van de veteraan onder de Duitse literaire vertalers, Johannes von Guenther uit 1959,4 die het volgende geeft:
‘… den zottige und schwitzende Kühe, im Wasser bis zum Knie, Pferde und Fussganger zum Smolenskij-Boulevard schleppten.’ Ook bij deze Duitser liepen er dus koeien over de Arbat.
Ik zocht verder: er bleef me nog één vertaalster over, de Duitse Gisela Drohla, misschien de reddende engel in deze Arbat-problematiek, hoewel zij bekend stond als de grootste blunderaarster in Europa. Ik las in Boris
Pasternak, Geleitbrief. Entwurf zu einetn Selbstbildnis5 – op zichzelf al een vervalste titel van het origineel – en wel in de in 1986 door Barbara Conrad gecontroleerde en herziene editie (durchgesehen und ergänzt) en vond:
‘… den zottige, schmutzige Kühe, Pferde und Fussgänger durch knietiefes Wasser zur Schmolenski Allee schleppten.’
Niet alleen liepen hier dus ook koeien door de straten van Moskou, maar ze waren daarbij nog ‘schmutzig’ ook.
Hoe zulke literaire buitelingen te verklaren? Goed, er is sprake van een tamelijk grote gelijkenis in het woordbeeld tussen vorona (‘kraai’, Russisch gespeld bopoha) en korova (‘koe’ Russisch gespeld kopoba) en zo’n visuele gelijkenis tussen de beide woorden kan bij halfblinde vertalers verwarring stichten. Een daarbij aansluitende overweging is dat koeien wel knieën hebben, maar kraaien bij mijn weten niet. Een derde argument dat tegen de kraaien pleit is de vaststelling dat als mensen op de Arbat kniediep door het water waden, dat water de kraaien al ver boven het hoofd moet zijn gestegen, knie of geen knie. Maar toch, kraaien of koeien, het is allemaal even absurd.
Desalniettemin blijft het een feit dat in de door een Russische academicus ingeleide uitgave van Pasternaks proza op p. 197 staat dat zwetende kraaien met het water tot aan de knieën over de Arbat liepen. Hoe moet een vertaler die nog niet compleet van zinnen is hiermee aan? ‘Je moet vertalen wat er staat’, luidt de stelregel van Karei van het Reve. Een allermisleidendste suggestie, een door de duivel in het oor gefluisterd advies. ‘Vertalen wat er staat’ leidt onherroepelijk tot een verkrachting van wat er staat. Het is de theorie van de machine die de verwachting wekt dat het opgeleverde product gelijk is aan de ingebrachte grondstof. Terwijl we bij vertalingen te maken hebben met menselijke categorieën, dat is, sfeer, temperament, warmte, reserve, ingetogenheid, uitbundigheid, ijskoude en extase. Die als zodanig vertaald moeten worden. Een goede vertaling moet iets anders zijn dan het origineel en desondanks een adequate replica van dat origineel. Alleen zo gezien wordt het vertalen van literaire werken een kunst inplaats van een ambacht.
Terug naar de vertaling van wat er al zo op de Arbat rondloopt. Als laatste redmiddel ter oplossing van het probleem beschikte ik nog over de Amerikaanse editie der Verzamelde werken van Boris Pasternak in het Russisch, onder redactie van Gleb Struve en B.A. Filippov6 uit 1961, waarin uiteraard ook Vrijgeleide voorkomt.
En in die onvolprezen editie stond niet ‘zwetende kraaien, paarden en
voetgangers’ (potnye vorony, lošadi i pešechody), maar ‘zwetende ravenzwarte paarden en voetgangers (potnye voronye lošadi i pešechody). De oplossing was gevonden: de Moskouse geleerden hadden het handschrift van Pasternak op dit punt verkeerd gelezen: in Pasternaks beschrijving ging het om zwetende, gitzwarte paarden kniediep in water op de Arbat, waarmee de schrijver het tumultueuze gebeuren heeft willen uitbeelden van een dag in het voorjaar, wanneer de dooi onverhoeds is ingevallen, wat telkens weer een soort fysieke omwenteling in de natuur teweegbrengt. Dus kon ik nu met een gerust hart vertalen wat Pasternak in zijn handschrift heeft willen uitdrukken:
‘…de bruine Arbat waarover ravenzwarte paarden, ruig en bezweet, en voetgangers kniediep in water voortsjokten naar de Smolenski-boulevard.’
Er bestaat over het typografische woordbeeld van bopoha (vorona) en kopoba (korova) een anecdote, waarbij dan nog een derde woord van even grote typografische gelijkenis in het spel is: kopoha (korona), d.i. kroon. Het verhaal gaat – of liever stamt van de hier helaas te weinig vertaalde Russische schrijver Vladimir Korolenko en wordt weergegeven in de gedenkschriften van de bij ons al even weinig bekende schrijverdokter Vikenti Veresajev:7
Een dagblad in Odessa – alle gekke geschiedenissen in Rusland spelen zich in Odessa af – bracht een verslag van de kroningsplechtigheid van Nikolaas i in Moskou (1896). En de volgende ochtend kon men in de krant lezen: ‘De metropoliet legde op het hoofd van Zijne Keizerlijke Majesteit een kraai (voronu)’.
De dag erop verscheen een rechtzetting: tot ons onuitsprekelijke leedwezen is in het nummer van gisteren een hoogst betreurenswaardige drukfout binnengeslopen: er stond daar namelijk ‘voronu’ (kraai), bedoeld wordt uiteraard ‘korovu’ (koe).
Iedere Russische lezer wist natuurlijk dat het juiste woord ‘koronu’ had moeten zijn, maar door een arglistig noodlot is dat woord niet in de krant gekomen. De moraal van dit verhaal is dat drukfouten soms nog funester dan vertaalfouten kunnen zijn.
Vertaalt men desondanks slaafs volgens de Moskouse editie van 1982, dan bewijst de vertaler daarmee dat hij gelooft in een veel verspreid axioma: dat in Rusland het gekste nog niet gek genoeg is.
- 1
- Boris Pasternak. Vozdu?nye puti (Luchtwegen). Proza raznych let. Moskou, Sovetskij Pisatel?, 1982
- 2
- In: Boris Pasternak. The Collected Prose Works. Arranged with an introduction by Stefan Schimanski. Londen, Lindsay Drummond, 1945 – p. 50.
- 3
- In: Boris Pasternak. Safe Conduct. An Early Autobiography And Other Works, translated by Alec Brown; Five Lyric Poems, translated by Lydia Pasternak-Slater. Londen, Elek Books, 1959 – p. 174.
- 4
- In: Boris Pasternak. Gedichte, Erz?hlungen, Sicheres Geleit. Uebersetzt von Johannes von Guenther. Frankfurt/M, Fischer B?cherei, 1959 – p. 123.
- 5
- Boris Pasternak. Geleitbrief. Entwurf zu einem Selbstbildnis. Aus dem Russischen von Gisela Drohla. Durchgesehen und erganzt von Barbara Conrad. Mit einer Nachbemerkung von Josephine Pasternak. Frankfurt/M, S. Fischer, 1986 -p. 21.
- 6
- Boris Pasternak. Proza 1915-1958. Povesti, rasskazy, avtobiografi?eskie proizvedenija. Pod red. prof. G.P. Struve i B.A. Filippova. Vstupitel’naja stat’ja Vladimira Vejdle. Ann Arbor, The University of Michigan Press, 1961 – p. 209.
- 7
- V. Veresaev. Vospominanija (Herinneringen). Izdanie tret’e, dopolnennoe. Moskou-Leningrad, Ogiz, 1946 – p. 388.