[p. 526]
‘Domweg gelukkig op de Herengracht…’
toen de morgen weer was aangekomen
en zijn lading licht had gelost
liepen de mensen er overheen
zodat het ‘s avonds versleten zou zijn
iedereen knabbelde, als vermoeide giraffe
de nek rekkend naar het geluk,
aan het droge brood van het leven
wij liepen terwijl het licht languit
op de straten lag
over de Herengracht
waarin brokjes zonnestraal als
eendevoer op het water lagen
een rondvaartboot liep
bezienswaardigheden vertellend
over het heupwiegende water
de auto’s aan de kant stonden er
als aarzelende duikers
en wij lieten onze gedachten als een bal
op het plaveisel stuiten
gelukkig er achteraan lopend
tot wij hem moe van het spelen
weer wegstopten
Hugo Verdaasdonk