[p. 282]
Dualis
mijn geest is weer
dat wazig-lawaaierig kafé
de burger in mij
zet gedachten uit mijn mond
zodat zij desillusioneren
tot woorden
de nietsnut in mij
is met een netje van
woorden op gedachtenjacht
om ze te vangen en ze
op papier op te prikken
voor zijn verzameling
gedichten
hij koopt ook beelden
houdt ervan en bewondert ze
en gaat er met zijn handen over
de vorm verandert
maar het beeld niet
zo moet ik leven
de twee mensen in mij
hebben altijd ruzie
want samen bewonen
zij dezelfde kamer
en de een is altijd bezig
terwijl de ander maar droomt
met zijn benen op tafel
Hugo Verdaasdonk