[p. 68]
Eduard Limonov
deze dag zo onwaarschijnlijk
was geheel met regen overdekt
in de parken is doorweekt de baksteen
van de roodgemuurde huizen
omringd door bomen woonden in die huizen
jonge mensen, oude, kinderen ook:
de hele dag zat naar een hoek te kijken – Katja
voorthollend en rondtollend
en haar haren in een ragebol zo schreeuwde – Olja
glurend van de vliering naar beneden
las in een geheim boek – sombere Fjodor
vol extase in de ban der liefde
voor iets nieuws in de natuur was – Anna
(iets nieuws in de natuur
soms een lichtstraal uit een lege zon
soms ook de diepte van het lege bos
of een in nieuw gewaad gestoken bloem)
de regen tikte in een regelmatig ritme
in het spiegelglas bekeek zichzelf nu – Olja
thee dronk met chinese koekjes – Fjodor
in slaap verzonken vloog weg in de verte – Katja
treurig liep het huis uit in de regen – Anna