[p. 8]
Euf Lindeboom
Hallo, mooie jongen
twee lentes zijn voorbij
opzienertje
hoor de wulp, de tureluur
broed en jaag
bedreig ons bestaan
verbind grote bezwaren
gebrek aan oude dieren
takken te dik of te dun
ik krijg je te pakken
wouwaapje op een stokje
ik vlucht speels
snuffel aan eiken
bedek mijn handen
en polsen
ik wil behendig paren
[p. 9]
hallo, mooie jongen
zit je op wacht
broed jij of broed ik
paniek bij de mens
nesthuisjes op takken
kennis van donskleed
red jij jezelf wel
woensdag
voer me mee
op je rug
bij storing later
de staart met
het leuke kwastje
tussen de achterpoten
hoeveel poten
heb je
van andere dieren
[p. 10]
de gast is aanwezig
met lichte bouw
en beenderen vol lucht
vertaalt uit het Duits
was ist ein Vogel?
wat is…
een wit duifje
geruchten over de gaai
bastaard uit het verleden
springt op poten
grijpt van achteren
wijst uitdrukkelijk op
vliegcontact
niet meteen, erna
[p. 11]
deze tijd heeft zijn charme
dansend op één plek
oefen alvast thuis of
buiten in het veld
dans door hun beeld
met de paapjespas
ik heb je gezien
je verwisselde de kraai
ik ben actief in
gasuitwisseling,
longen en luchtzaken
mijn werktuig snavel
is inzetbaar voor
broedholen van anderen
[p. 12]
ik zoek de verblijfplaats
van de zanger
kenner van
een levend object
met hem wil ik
boompje verwisselen
kom je spelen
kom tamelijk laat
naar je plek terug
of rot op
als je warm wordt
met hormonale
aandrijving
(zij is niet zo stipt)
[p. 13]
detailwaarneming
eerst bewonderen
dan paarbewegingen
met speciale eisen
kut bont en blauw
nat en vol modder
elkaar toeroepend
holbroeders succes!
de trouwe ouwe reiger
sierveren achter de oren
twee slungels
geven hem veel
genoegen en de
haas met bakkebaarden
doe die maar eens na
[p. 14]
niet te stuiten dat
zenuwachtige mens
alles vretend en
naar dieren starend
ze maakt takkenbouwsels
onbewoonbaar
ze wil een dichter
in haar buurt
bij voorbeeld
een methode van werkgroepdieren
natuurdieren houden van
veel en kort eten
pluimveeouders
van excursies
dierkenners aanduiden
en ze op naam zetten
[p. 15]
ik, een jachtdier,
onrustig en vol adel
hoofdprijs op uitroeien
boven de wolken
op de zwarte lijst
met kraai en kauw
krab je stam
vijand visserman
een deskundige heer
uit Den Haag met
snapbewegingen
heeft een goede glijvlucht
kom ga maar mee
bloempikkertje
[p. 16]
breng me een man
grijp me en draag me
spreek over hout en
borstveren en dan
over weerloos drijven
een laatste dag
in het bos
de zanger en zijn nestgenoot
twee jonge broertjes
wippen tussen takken
schijten als reigers
wezen zijn wezens
net als wij
[p. 17]
de kuif met tuiten
de staart valt
naai het onderlichaam
vouwen en buigen
en ook vastmaken
vernietig niets, niks
kippen met een plan
piekfijne plannen
uit alle macht kekken
snurken en zuchten
wonden in beuken pikken
zorgen voor veelsoortige