Portefolio
onder redaktie van 21 Nicolaas Wijnberg
[Fer Hakkaart]
‘I like the way people do these simple things and they are always to me meaningful.’
Stanley Spencer
Ons bestaan dreigt maar al te dikwijls schuil te gaan achter televisie-toestellen, geïllustreerde bladen en auto’s van de middenklasse. Waar tegenwoordig twee mensen bijeen zijn, wordt gesproken over parkeerproblemen en woningnood. Zonder dat wij er behoefte aan voelen, neemt de computer een steeds groter wordende plaats in ieders leven in. Onze, volgens de deskundigen steeds ruimer wordende, vrije tijd wordt gevuld met het luisteren naar ‘common love songs’.
Slechts de poëzie in zijn ruime betekenis kan ons losmaken van het stereotype en biedt weerstand tegen de groeiende mechanisatie van het leven van elke dag. Toch blijft ieder menselijk contact onderdeel van een mysterie, ondanks de zich dagelijks manifesterende versplintering en blijft de fantasie een sterk wapen tegen elke bedreiging van de persoonlijkheid.
Deze opvatting kan een mogelijkheid zijn de waarde van Fer Hakkaart’s schilderijen, tekeningen en etsen, zijn grotesken, te beoordelen. Voortdurend confronteren zij ons met mensen, in contact met elkaar en met ons, toeschouwers van hun wereld, die de wereld van de kunstenaar is. Zo confronteren zij ons met de kunstenaar zelf. Hakkaart stelt zijn composities voor een goed deel samen uit visuele herinneringen en associaties, die hij op wonderlijke wijze kundig en onontwarbaar vermengt. Een rijke hoeveelheid gegevens groeit zo naar een nieuwe eenheid.
Wat hij probeert weer te geven is niet het sublieme moment, maar eerder het zorgvuldig gekozen toevallige, waarin
de verwondering een grote rol speelt. Door de samenhang die hij kiest, krijgt het gewone een diepere zin. Zijn pregnante weergave geeft reliëf aan het alledaagse. Zijn werk ontstaat uit een boeiende combinatie van droom en waarneming, vanuit een zeldzaam samengaan van sophistication en naïviteit.
Onberoerd door ruimtevaart, Rhodesië, electronische muziek en nouvelle-vague, zonder belangstelling voor zero-nul, op en pop – want zijn wijze van actueel-zijn is een andere – gebruikt zijn fantasie, gevoelig en gepassioneerd de werktuigen voor de expressie voor een harmonische vorming van de werkelijkheid.
Afstand nemen van veel schijnbaar actueels, betekent voor Hakkaart niet zich vastklampen aan de arrière-garde, het wil alleen zeggen niet behoren bij de gecanoniseerde avant-garde, die zo in trek is.
Zijn kunst is een uitdaging aan de communicatie-middelen die, hoe langer hoe perfecter, hoe langer hoe minder te vertellen hebben. Hakkaart is in zijn kunst kennelijk niet gesteld op het ‘Brüder’ worden van ‘all Menschen’, die hun broederschap belijden in ongeartikuleerde klanken.
Hij gaat uit van de waarneming, maar schept vanuit zijn fantasie, die immers zo veel werkelijker is dan de realiteit. Zo levert de waarneming de bouwstenen voor de fantasie.
Hij gaat uit van de waarneming, maar schept vanuit zijn fantasie, die immers zo veel werkelijker is dan de realiteit. Zo levert de waarneming de bouwstenen voor de fantasie.
Hij moraliseert niet. Zijn werk bevat geen sociale hekeling, geen kritiek op de beperktheid van de mens, hij aanvaardt deze, al toont hij duidelijk het relatieve in elk menselijk contact. Zijn mensen zijn vaak hulpeloos, maar nooit monsters. Hakkaart handhaaft de natuurlijke waarden van het bestaan, zijn kunst is geen protest.
De vorm die hij kiest, zou men een ornamentele logika kunnen noemen, die, zonder in romantiek te vervallen, een persoonlijk antwoord is op de heldere en kille efficiency van onze wereld en tegelijkertijd een reactie op de bloed-arme, fantasieloze kunsttheorie van het ‘bij-zijn’.
Hij stoort zich niet aan de ‘trends’, die gepasseerd zijn voordat men zich van hun bestaan rekenschap heeft kunnen geven, en hij distantieert zich opzettelijk van een toekomst
zonder vorm, zonder maat en zonder mens. Wat hij zegt, staat ver af van de sub-cultuur van de meeste massa-media. Voor alles zoekt hij de vrijheid van de expressie in een ongestoord verder gaan, dat niet pedant, maar wel zelfverzekerd is. Zijn activiteit lijkt erop te wijzen dat hij haast heeft met het bereiken van wat hij nastreeft.
Het accent ligt bij hem tot nu toe vooral op de samenhang tussen de mens en zijn omgeving. De mens schept de omgeving waardoor hij bepaald wordt. De concentratie waarmee Hakkaart zich aan de uitbeelding van dit veelzijdige probleem wijdt, wordt gekenmerkt door zijn afkeer van elke frivoliteit in de vorm, door een persoonlijke taal en vooral door zijn overtuigende en sterke begaafdheid.
J.N. van Wessem