[p. 80]
Floor Buschenhenke
Bol
voor het gras was er de wind
die liefdesliedjes over
eencellige stuiterballen blies
en toen de aardbol afgekoeld was
tot graswaardige temperatuur
legden we elektriciteit en tuinen aan
voren bolle peertjes aan het plafond
verdubbelen zich in de donkere ruit
landingsbaansgewijs
loodsen ze een ufo binnen
‘woont hier een liefdeloze domoor
die droomt van verre landen?’
het heelal als ballenbak:
schoenen uit en springen maar
Gloeilamp, ballenbak – de wind erover! Wat licht rolt als alsem in de woordwoestijn vertalen in het hedendaags, naar de lezer toe. Men wil toch iets begrijpen, kunnen aandoen en uit Denk aan Lumière’s credo: ‘Uit de modder wentelt duister op ons toe!’