[p. 233]
Hitte
Daar gaat de laatste dichter
met een rode tafel in zijn hoofd
die gemakkelijk kan breken.
Het komt hem voor
dat zijn herinneringen, zijn dromen,
zijn gebeden
tegen de poten kloppen,
corresponderen met zijn moeder,
en bootjes vouwen van zijn bloed.
Ik denk dat iedereen wil
dat hij doodgaat maar daarna wel
zelf opstaat en naar huis gaat.
Heer, laat het toe.
Het is half drie.
De vliegen steken.
[p. 234]
Landelijk stukje
‘T was in de heuvels, luister je,
we hadden de bierkist tegen de tafel gezet.
Zacht en groen telefoneerden de heuvels
met de maan. Bij bierlicht
hadden we de tafel tegen de hemel gezet.
En de heuvels en de hemel en de maan,
zij wisten het wel maar gaven er niets om.
Dat zij werden afgeluisterd
bij het licht van bier.
[p. 235]
De mol
Er was een stem die zei: ‘ik ben de mol
je vindt me tussen
de naaimand en de gashaard
kijk uit voor de waakvlam
als je je bukt
ze suist ook in de zomer.’
De mol leunde werkelijk tegen de gastoevoer
en was gekleed in oude wolpatronen
‘heb je het boek bij je’, vroeg hij
‘ja, ja’ zei ik en begon te lezen.
[p. 236]
Herfst der vliegen
Wat een oude vlieg ben ik.
Op de rug van de kat meegereden zo moe
kijk ik over een tuin uit
met een waardigheid die schijn is.
Wat een slechte beslissing
in november stervend
tegen een raam te kleven.
[p. 237]
Ode
Eerst, vadertje zoetwatergids, eerst
stond je nog wel recht
op je boot met dubbeltjes
bij naoorlogs licht.
Je idiote broer die krabde snachts
vergeefs aan het vernis
want niemand binnenin
mocht zich herinneren
hoe jij had kunnen zijn.
Nou ja hij leeft nog want
ik zag hem laatst
Hij leeft.
Toen, vadertje zoetwatergids, toen
sloeg er in je maag
een gat
groot als een middag vissen
maar je bromde er doorheen
op je solex en je leefde.
De rest is broodpap, zondagen
van rundvlees en hun verzameld werk.
[p. 238]
Nu, vadertje zoetwatergids
nu heb je mij
maar ook weer niet. Ik ben
niet zo’n sterk visser
en ik sneeuw of stijg maar wat
en altijd zie ik alles klein.
Zo klein als jij het zag
door je kijkglas van jenever.
Kom, we gaan snoeken en wie
ons ziet staan zal denken:
die zoon vist niet ver
van zijn vader vandaan.
Lees de Tirade Blog
Eigen mensen
Ik wil wat elke ouder wil: dat mijn kinderen mensen om zich heen verzamelen die mijn taak uiteindelijk over kunnen nemen; vrienden bij wie ze zichzelf mogen zijn en zich veilig voelen, maar die hen ook stimuleren om de wereld te ontdekken en zich verder te ontwikkelen. Hoe meer ik hierover nadenk, hoe moeilijker de...
Lees verderVlinders en vijanden – over schoonheid en verlies
Larousse 17 voor Olaf In de documentaire Mein Liebster Feind van Werner Herzog zit een betoverende scène zoals je die alleen kunt zien in films van Herzog: het toeval hielp. De film draait om de acteur Klaus Kinski en maakt vooral duidelijk wat een onmogelijke man dat geweest moet zijn. Op zeker moment staat de...
Lees verderOp tijd
Rob was mooi op tijd en ik besefte maar weer eens dat ik een man gebleken ben die punctualiteit waardeert. Vijftig worden – eenenvijftig worden – maakt een hoop dingen duidelijk. Ik houd van literatuur, muziek, koken, wijn, film en theater; ik houd niet van beeldende kunst en telaatkomers. Waar ik helaas ook van houd...
Lees verder
Blog archief