[p. 292]
[Gedichten van J.A. Emmens]
Geloof.
De kraaiende god op mijn schouder voldoet
mij tenslotte maar zeer ten dele.
Op vragen geeft hij al sinds lang geen antwoord meer.
Soms perst zijn gewicht uit mij zijn product,
een paar magere tranen.
J.A. Emmens
[p. 293]
Hard facts.
‘t Gras is gemaaid, de bloemen staan op stelen,
de blaren hangen keurig aan de boom.
De een heeft een huisdier wat te bevelen,
iemand te strelen, iemand te slaan,
de ander zichzelf om mee om te gaan.
J.A. Emmens
[p. 294]
Zakelijk.
Nee het is niet mijn bedoeling om dit
want wat zou ik daarmee kunnen bereiken
daarom dan toch wel steeds zij het ook niet
hoewel ik U zegt het natuurlijk bereid
maar desondanks laat ik het eens en voor al
duidelijk zakelijk krachtig en kort
U vraagt nee ja zeker want met het oog daarop
opende ik juist de dat is te zeggen
discussie gesloten.
J.A. Emmens
[p. 295]
Spaans tourisme.
‘Het grondplan van zo’n fort is als een ster.
‘t Kanon, dat ziet U wel, is veel te klein
voor ons modern begrip.
Briefkaarten aan de ingang bij die oude vrouw.
U kijkt naar boven: ‘t lijntoestel dat overvliegt
is dat van elf uur dertig dat de aanvoer onderhoudt…’
De aanvoer, man, is mij helaas bekend:
van leugens, uniformen, sterren, dure heren.
Die oude vrouw, die aan de ingang zit
en ik, wij weten alleen dit:
wij zijn te klein om ons hiertegen te verweren.
J.A. Emmens