Gedichten
door J.A. Emmens
Dolce far niente
Zend mij een brief en ik ga er op zitten,
zeg mij iets aardigs, ik spuug op de grond,
tussen het huis en de lichtende hemel
beweeg ik vanavond mijn been op en neer.
Klassiek
Een god bij mijn weten treedt niet in discussie.
Neem nu maar Danae, donzig en dik,
neem Io, de interessante,
een stier wolk of sater beslaapt haar,
op staande voet.
Een man spreekt mismoedig over moraal,
een vrouw over liefde,
maar een god treedt niet in details.
Aggressief plan
Iets maken van droog zand, een vuistje
ballen van droog zand, een zucht
van droog zand slaken.
Een heel klein kluitje van droog zand verschieten:
het valt als droog zand uit elkaar.
Meesterwerk
Wat nu de Saul van Rembrandt betreft,
mij ontbreekt het wel eens aan een tulband en iemand
die harp of harpsichord voor mij speelt,
aan een scepter en een bescheiden gordijn
waarmee ik tranen kan drogen.
Herfst
Die mij haar egeltje schonk in de branding
wierp duizend dolfijnen en ontsliep:
haar borsten bewolken de hemel.
Een kwakende heks in een nest van bazalt
beheert nu de schapen der zee.
Romeins
Praatjes verkopen op een antiek
en halfuitgevallen vloermozaiek,
motors starten tussen de brokken
van het verleden (een god geeft de geest),
in het heden leven en in de verte
een oude romp zien, een stenen stumpert,
een groene, roestende kop.