[p. 134]
[Maart/april 1996 – jaargang 40 – nummer 363]
Striptease
[p. 135]
[p. 136]
[p. 137]
[p. 138]
George Moormann
Spaarne 108
1.
Wil je niet worden uitgespogen,
zwijg over het onbestemde
dat zich hier tussen de dingen
ophoudt. We bevinden ons recht boven
de krater en voedingsbodem of niet,
het is niet meer dan gepast je adem in te houden
voor de modderstroom die zo weinig
vloeibaar was, dat ze haast niet wegstroomde,
maar ongeveer ter plekke stolde tot een lijst,
[p. 139]
2.
Zo bezig met dit ei, dat je zwevend de
grond raakt, dat je deze uitdragerij als
geen ander verliest. Je trekt aan een neus
en kijkt de ogen uit, je blaft en gromt
als een speurhond. Lahar, lahar, een geur van
mensenvlees maakt zich los. Een schuilplaats
ontdoet zich van haar dagelijkse masker, stof
dat de verschillende gezichten van faeces
slijpt, dit stilstilleven, deze modder die
stolt tot een huid, dit huis, deze paletten.
[p. 140]
3.
Hoe leeg dit decor, dit trotse toneel dat
niemand nodig heeft, de langspeelplaat die in alle
stilte wordt teruggegeven, het stuk pakpapier dat
dienst doet als parasol. Want nu jij heen bent,
het werk is meegenomen dat je van hen hebt gemaakt,
dient zelfs geen schaduw. Stof die het bij
leven goed deed als plaatje, doet ons besluiten dat
dit echt, met het oog of met een stoffer, het einde is.
Je maakt en vergeet maar ook dat is overbodig,
want wat je er ook instopt, alles zal óók anders zijn.
[p. 141]
4.
Bleek of blozend, slank of mollend? Of je buste nu
zwerft, tikt of uiteenvalt in de modder van een
avondster, er is geen zonneveld dat niet ook anders is.
Of dit licht nu wel of niet herboren wordt, of dit
harig palet nu wel of niet voor niets is gevild, of ook
deze morgen zich tot op zijn nevel in kleuren breekt,
wie zal het zeggen? Onthulling of omhulling, jas of geen jas,
je zal voortbestaan, bij voorkeur in een vrolijke optocht
over blauwgeregende paden, de felle opslag van een iris die het
begin van een strand laat zien, een zee die naar buiten dringt.
Op 23 juli 1995 overleed de Haarlemse schilder Kees Verwey, 95 jaar oud. Kort hierna volgde de ontruiming van zijn befaamde, overvolle woonhuis-met-atelier aan het Spaarne. Aan de schatten die hierbij naar boven kwamen wordt nu een tentoonstelling gewijd.
Voorwerpen uit het atelier, documenten en vele bekende en onbekende kunstwerken geven een beeld van het huis, het atelier, de kunstenaar en zijn werk.
Voordat het schatgraven in het huis aan het Spaarne begon, heeft de Haarlemse fotograaf Piet van Leeuwen, in opdracht van het Frans Halsmuseum, een fotodocumentatie gemaakt van het huis, van de boedel en van de gestorven kunstenaar. Uit tientallen, steeds bij natuurlijk licht gemaakte, opnamen koos George Moormann drie foto’s waarbij hij het prozagedicht Spaarne 108 schreef.
Schatgraven in het huis van Verwey
Verweyhal, Grote Markt, Haarlem
5 april t/m 16 juni 1996