[p. 331]
Gerrit Krol
Vijf gedichten
Ontologie
Zo schiep God hemel & aarde
een kist zonder inhoud:
het idee dat dingen soms gelijk zijn
bijv. twee stoelen,
daarom zeg je twee,
en dat ze soms ongelijk zijn
bijv. aan een tafel,
daarom zeg je stoel
zo schiep God hemel & aarde:
een bal gehakt
en schiep hij mes & vork
schiep hij een havik die niet kan drinken
als een kip
schiep hij hemel & aarde
als een kool doormidden gesneden,
helften op hun rug
die nog bewegen.
[p. 332]
Brief, ontvangen
kruis van het heelal
kwadratuur van het verlangen
dat bloeit als een roos.
[p. 333]
De slechtvalk
De snavels scherp, in legers
staan wij bijeen, sterntjes
op het strand van Isla Baltra,
roepen, slaan en geeuwen, speelse
wachters bij onze nesten, schitterend
onze bekken gericht op de rovers rondom
die geen kans hebben, de meeuwen,
timide zwervers zwevend langs
de fluitende fonteinen van ons bestaan
totdat
de stilte valt, het doek opgaat
voor ‘t plein waar de poorters
verzameld zijn rond het schavot,
de beul verschijnt, zo daalt over ons:
huiver, overgave, lot,
stip in het zenit, kogel
die op ons duikt,
op één,
en daarmee wegvliegt,
offer, teken
van onze onsterfelijkheid.
[p. 334]
De handen voor de ogen
van alles gedaan willen hebben
vandaag en alles gewild
en weinig gedaan
zeg maar niets
geen gevoel gehad
niet liefgehad
aan het einde van het strand gekomen
geen eind in ‘t zicht
[p. 335]
Hardware
Niets ervaar je dat je
niet eerder hebt ervaren
niets zie je dat je
niet ziet in je geest
boeken die hun leven lang
tegen elkaar hebben gestaan
de gebruikte tube
de stropdas
het holle van je hand,
het snot dat je vangt
als een pijl
dit alles is van je denken
de ruggegraat
denkt zelf niet mee