Gesignaleerd
Kleine bijdrage tot de kennis van een katholieke voorlichting en strijdmethode.
In de maart-april aflevering van het roomse Belgische maandblad Dietsche Warande & Belfort klaagt Marnix Gijsen er over dat Forum herdrukt wordt. Volgens Gijsen is dat volmaakt overbodig: er zouden al twee boeken óver Forum verschenen zijn, en dat lijkt hem wel voldoende.
Nu is het ene boek waarop Gijsen doelt Willem Mooijmans Forum. Brieven, citaten, dokumenten en knipsels (1969), zoals de titel al min of meer aangeeft een gedocumenteerde inhoudsopgave – en Gijsen zal toch niet willen beweren, bijvoorbeeld, dat het bestaan van Anny Ramans Bibliografie van Marnix Gijsen zijn eigen Verzameld werk overbodig maakt? -, terwijl Gijsen met het andere boek Roman van het tijdschrifjt Forum of Les liaisons dangereuses (1965) bedoelt, Maurice Roelants’ wat doorzichtige poging het straatje van de Belgische helft van de Forumredaktie schoon te vegen. En bovendien, voegt Gijsen er aan toe, ‘Nu zal men de vier jaargangen van Forum opnieuw uitgeven, net of ze een literaire revolutie hebben bewerkt. Men zou er beter aan doen de twee jaargangen van Ruimte opnieuw uit te geven: die hebben ten minste wat meer betekend voor Vlaanderen dan de glaciale cerebraliteit van die omgekeerde dominee Ter Braak.’ Of Forum weinig betekend heeft voor Vlaanderen weet ik niet – het is voor Vlaanderen te hopen dat het meer is dan het Vlaamse gedeelte van Forum voor Nederland betekende -, maar dat Gijsen te eigen detrimente weinig van het tijdschrift heeft opgestoken, is duidelijk: hij vertegenwoordigt blijkens zijn stukje alles waartegen Forum streed: gebrek aan intellectuele integriteit, bijvoorbeeld.
‘In de jaren 1935 verdween het Nederlands-Vlaamse maandblad Forum,’ begint Gijsen zijn stukje. ‘Naar het schijnt was mijn “roomse enggeestigheid” de oorzaak, om dat ik bezwaren had tegen de opname in het Nederlandse deel van een bijdrage van Varangot, “Virginia” (…). Morele bezwaren had ik niet, want het sutkje “Virginia” was literair gezien de moeite niet waard.’
Naar het schijnt, schrijft Gijsen nu. En wat schreef hij op 31 januari 1935 aan zijn ‘waarde vriend en co-Forumredacteur’ Maurice Roelants? ‘Ik kan, al maak ik de maten nog zo breed, van uit katholiek standpunt het verspreiden van dergelijke lectuur niet verantwoorden (…)’. Naar het schijnt! ‘roomse enggeestigheid’.
‘Trouwens, ik werd gesteund door Roelants, Herreman en Walschap, mijn collega’s in de Vlaamse redactie. Herreman was socialist en Walschap kon men niet voor rooms verslijten,’ gaat Gijsen verder.
Gesteund. Door Herreman? Die schreef op 9 oktober 1935 aan Roelants: ‘(…) maar het zou mijnentwege ook onbillijk zijn indien ik mij door het ondertekenen van uw brief zo scherp tegen t.B. keerde, zonder ook mijn houding naar de andere
zijde te bepalen en voorop te zetten dat de eerste oorzaak van het conflict bij Gijsen (…) ligt. Ik geloof niet dat, als “Virignia” een goed stuk geweest was, ik het zo lang zou volgehouden hebben de rol van bemiddelaar te spelen, terwijl ik wel mag aannemen dat uw bezwaren, of althans die van Gijsen niet zouden verminderd zijn in zulk geval. Gij weet genoeg dat ik zulke bezwaren ten zeerste respecteer; maar tenslotte is er ook een moraal van de niet-katholiek, en de twee zouden (…) toch weer in botsing gekomen zijn ook wanneer het geval “Virginia” deze maal was bijgelegd.’ (Roman van het tijdschrift Forum, p. 138).
Gesteund. Door Walschap die men niet voor rooms kon verslijten? Walschap nam pas in 1940 met zijn brochure Vaarwel dan afstand van de Belgische clerus, maar worstelde toen, net als in 1935, nog zeer met zijn geloof, en was er dus zeker niet op gebrand de heer van Mechelen nog meer tegen zich in het harnas te jagen. Wat zegt Walschap bijvoorbeeld over zijn roman Carla (1933)? ‘Ik klaag zijdelings wantoestanden aan (…) en voor de rest pleitte ik voor waarheid, katholieke waarheid, maar dan niet met ooglappen, wél in de volle werkelijkheid gezien, de uiterlijke én de innerlijke’ (Albert Westerlinck, Gesprekken met Walschap, dl. 1, p. 83). Walschap, die het in tegenstelling tot Gijsens glaciale cerebraliteit heeft over ‘de strenge en eerlijke Menno ter Braak’ (Idem, p. 99).
‘Later in Gestalten tegenover mij van Vestdijk kreeg Varangot de schuld van alles. “Ik draag Varangot geen goed hart toe omdat hij Forum heeft getorpedeerd, maar dat moest toch eens geschieden, en het was zijn schuld niet”,’ haalt Gijsen Vestdijk aan.
De schuld van alles, ‘en het was zijn schuld niet’? Maar wat schrijft Vestdijk in het bijna gelijktijdig met zijn Gestalten tegenover mij verschenen jubileumboek 1837-1962. 125 jaar Nijgh en Van Ditmar over het einde van Forum? Dat zo goed als alle partijen in een twijfelachtig daglicht komen te staan: ‘de Vlaamse helft van de redactie, Victor Varangot, ikzelf, de Roomse kerk, – alleen Ter Braak niet, die Forum opofferde aan het protest tegen wat hij voor censuur hield. Dat was het ook. Cryptocensuur. Protocensuur.’ (p. 111).
Jan Greshoff moet wel haast gelijk gehad hebben toen hij in zijn ‘Brief aan een Zuiderbroeder’ het verschil tussen de Nederlandse en de Belgische helft van Forum aldus beschreef: ‘De Nederlandsche afdeeling geeft het beeld van een bepaalde letterkundige opvatting (…); terwijl het Vlaamsche gedeelte op een gezellig, vriendelijk kransje gelijkt (…). Er bestaat tusschen die twee afdeelingen een opvallende afstand in tenue en kwaliteit.’ (Rebuten, p. 207-8).
Toen Forum opgedoekt werd, schreef Du Perron daar een stuk over waarvan ik de titel boven dit stukje heb gezet. Ter Braak bedankte hem voor zijn steun in de strijd, ‘want het is soms om den moed bij te verliezen, deze guerilla van flapdrollen’ (Briefwisseling dl. 3, p. 318).
Nog steeds.
S.A.J. van Faassen