Hanz Mirck
Geef ons heden
O, als op bakkersbenen sleept men in de winter de versvoeten, als door de deegbak. Er wil niets rijzen, het hart is stuk – vorst zij dank. Wat er warmen wil en gloeien, wat er van mij stram en stijf in deze witte wereld opstaan kan dreigt hier en nu te breken. Hoe lang nog vooreen snee wordt ingezet waaruit ik weer kan bloeien?