Hélène Gelèns
sluitingstijd
We tuimelschakelen alles uit, zweeflichamen uitgeklikt. Alles op de pas geplaatst. Deuren van het dichtkantoor in ‘t slot gesmeten. Wat? Hoe? En: hoeveel? Ruisend komt de lof vanwege alle werken aan het Niets, en men sluipt naar elders.