- Leo Vroman Ik Joods?
- Anna Tilroe De onvervuldheid en het teveel
- Paul Meeuws De vriendinnen
- Benno Barnard
- Toine Moerbeek Vrouwenkitsch II. My heart belongs to daddy.
- Pieter A. Kuyk Wanda
- H. Brandt Corstius Het kanon
- Kees van Domselaar
- J. Hendrikx Zalig bos
- Herman Coenen
- Rogi Wieg We gaan ergens eten
- Willem Jan Otten Blinde beelden
- Herlezen Een onvergetelijk maar vergeten kind
[p. 454]
Door ‘t helder geel van de weiden, schokkend
in het kunstleer van een intercity, ‘s ochtends
de derde zomerdag al – geloof je het niet,
de tien hoofden van zwarte motorhelm
gespietst op palen van guinees sandelhout,
de vijftien pekinezen die daar achter als een
keffend bekkende meute huursoldaten
heen en weer waaierde om te worden
uitgelaten in de bleke maannacht van de
regte hei. De pekinezenman met hoed en
staf liet zich niet zien. Zover reikte de vertelling
niet. De blinkende ogen achter het brilleglas
weerkaatsten de rollende vogelkelen in de honderd-
jarige eik. Dit maakten zij ervan. De baron
die zich niet liet zien, de postbode die
geen bus meer vond boven nummer veertien.
De kathedraal aan de rand van het landgoed
afgebroken tot de laatste steen. Geen kelk of
goudbestikt kazuifel werd ooit weergevonden.
En hij, hij schilderde maar, tafereel na
tafereel, in vloeiend aquarel miniem van
afmetingen. Tot het huis bewoonbaar was,
de wereld van mythen in ere hersteld.
Dan begon hij aan het gras, meter voor
meter de parkwereld, klaar voor de eerste
nachtegaal. Over de oprijlaan, nog steeds
verborgen in wolken stof, naderde de eerste
avondgast. De jonge vrouw, het blonde haar
[p. 455]
in diadeem, de borsten schitterend van een
eeuwenoud licht, spreidt de platen uit,
de keukentafel omzichtig gedekt, schenkt
koffie in verweerde boerenkoppen. Dante, Leonardo,
verhef uw krakende stemmen, schraap de keel.
[p. 456]
Wat brengt hij teweeg dat zij niet
teweeg brengt? Dit blozen, was dit
een aangedaan en weerloos antwoord
op zijn charge van vrijmoedige soldaat
van mei, of de weerspiegeling op zee
van wat een fata morgana leek
wanneer zij weer, voor de zoveelste
blik verlangend de verte in keek
aan kassa en balie voorbij?
Wij. Hadden haar ogen ooit zoiets
gezien in de rug van een over stapels
gebogen, kaften betastende, geuren van
papier en ver hout doorlopende klant
verlangend naar beginregels van
toverpijpende muziek? Wat hij tenslotte
vroeg was ‘dat hemels meisje’, dat zij
met haar halve baan, niet kende, maar
ijlings aandroeg, van achter uit het duister
magazijn. Stralende ogen. Had hij de titel
van dit boek wel goed genoeg gelezen, vroeg hij
zich af, lang na sluitingstijd. Wat
hield hem uit de slaap: een visioen,
een stormnacht op volle zee gevuld met
namen? Geen mast hield stand, opgericht
als meiboom op half voltooide huizen.
Dus bracht hij het terug, of hij het
mocht ruilen. Zij begreep. Wist meer
dan hij vermoedde van wat uitzien is
[p. 457]
en elke stap te ver in onbekend gebied.
Met het bloed van jonge dieren bokte hij
de voorjaarsmiddag in, stootte zich
aan bladeren, hoorde melodie in mussen,
likte als een suikerspin de wind. Zo
plotseling. Dit kon het niet zijn. Één
zwaluw, nooit meer lente.
Maar keerde weer en vond haar weerloos
blozend. En kocht volleerd als koper voor twee
guldens in haar hand de krant van zaterdag.
En las geen letter, heel de zondag lang.
Lees de Tirade Blog
Beest zijn – over de groei van kennis
Larousse 6 Als op de markt een hond mij aankijkt, is mijn dag goed. Contact met een dier voelt als een sensatie. Een blik van verstandhouding met een jonge koe langs een wandelpad of een onverschrokken hangbuikzwijn dat je klokhuisje komt oppeuzelen, en even welwillend zijn varkensoogjes over je verschijning laat glijden, maar ook de...
Lees verderDe poëzie een woningzoekende
Het idee kwam tot me per toeval, zoals de meeste goede ideeën. Ik had een lang en ingewikkeld soort-van liefdesgedicht geschreven voor mijn toenmalige vriendin M. Het was in de stijl van Rilkes Duineser Elegien,die ik ooit was gaan bestuderen omdat ik had gelezen dat Lucebert in zijn jonge dichtersjaren ze als dagelijkse kost verslond....
Lees verderIets ontastbaars – over muziek
Larousse 5 In de meeslepende actiefilm Baby driver timet de chauffeur van een groep bankrovers zijn acties nauwkeurig met liedjes die hij op zijn koptelefoon afspeelt: binnen 2.45 min. moet de buit binnen zijn. Dan komt de politie. Jarenlang timede ik mijn hardlooprondjes met symfonieën van Mahler. Ik liep afstanden die goed binnen de range van...
Lees verder
Blog archief