Over dit hoofdstuk/artikel

Herman Verhaar

over Louis Couperus


*
?Van passie en impregnatie, Corn?lie en Madeleine, Couperus en Zola?, te samen met het eerder in Tirade 223 (maart 1977) verschenen ?Louis Couperus als naturalist?, is een grondige bewerking van een kleine scriptie die ik in 1972 schreef voor een Leidse werkgroep Frans/Nederlands naturalisme; aan de discussie erover heb ik veel te danken en van de notulen daarvan die Marjolijn Pouw toen maakte heb ik nog veel plezier gehad.
1.
In ?Oude romans? 1923, Vw 12 p. 935.
2.
Ed. Garnier-Flammarion (1970) p. 60 en 63.
3.
Jonkheer Ram, geciteerd door Van Booven, Leven en werken van Louis Couperus (1933), p. 168.
4.
Voor Couperus zie Maatstaf, Louis Couperus als briefschrijver (1963), p. 187-188 en 169, voor Van Deyssel diens Verzamelde opstellen 7 (1904), p. 3; de overige citaten zijn ontleend aan M. Galle, Couperus in de kritiek (1963), p. 16 en 30.
5.
Brief aan de Gids-redaktie van 8 juli 1800, Maatstaf, p. 168.
6.
Brief van september 1921, aangehaald door J.G. Kooy in ?Couperus en Engeland?, Merlyn, juli 1964, p. 18
7.
CEuvres compl?tes (?d. Cercle du livre pr?cieux) 1 (1966), p. 900.
8.
(1921), p. 63-64.
9.
Bespreking van Langs lijnen, gebundeld in W.G. van Nouhuys, Uren met schrijvers (1902), p. 44 e.v.
10.
Afgedrukt in het hiervoor genoemde boek.
11.
?Louis Couperus en Emile Zola: Noodlottig masochisme?, in Spiegel der letteren 21 (1979) nr. 3, p. 161 e.v.
12.
In ?Hoe een roman geschreven wordt? (1920), Vw 12 p. 46.
13.
Zoals Van Tricht, Vogel en helaas ook Scheers; daarentegen niet: K.J. Popma in Beschouwingen over het werk van Louis Couperus (1968) en Ton Anbeek in ?Couperus en de maatschappelijke toestand van de gescheiden vrouw. Over Langs lijnen van geleidelijkheid?, in Spektator 1 (1971/72), p. 393 e.v.
14.
Van Nouhuys, p. 55-56.
15.
In Andr? de Ridder, Bij Louis Couperus (1917), p. 41-42.
16.
Anbeek: De naturalistische roman in Nederland (1982) en De schrijver tussen de coulissen (1978), Klein & Ruijs: Over Eline Vere van Louis Couperus (1981).