Hollandse nieuwe
Simon Vinkenoog: Liefde (Bezige Bij)
Een monsterpocket van f 9,50 en 496 paginaas, waarvan 488 paginaas tekst in deze trant:
De high teweegbrengen, zeggen wat het is. Maken wat het is.
De goede resultaten.
*
Geen probleem, of er is een oplossing voor (Wij Willen Weten).
*
Halfeen ‘s nachts de uiting: ‘I want so nee everything.’ Laat het de vijf woorden zijn, waarmee ik de reis aanvang/besluit.
Ik Simon Vinkenoog
Wil God
Alles (ik sluit niets uit)
Zien Het zuivere oog.
Woorden worden pas laat in de morgen gevonden, als ik weer opnieuw ben geboren: the period of re-entry. Aarzelend een begin. Leer mij luisteren. Leer mij zien. Een stukje gevoelige chronologie.
*
Marco Polo digs the high everywhere,
Marco Polo knows about the mean. He justifies the end. He discovers.
He changes the behavior.
Of every person he meets. He meets everybody. His is the world.
His knowledge: visionary experience.
His actions: the fruits of God.
His eyes his witnesses.
In his heart love.
Marco Polo IS.
*
Het oude nummer. † Ik nummer niet meer. †† Ben in vandaag en morgen gedoken steeds hoger, de telefoon is een gave Gods. Ik kan de telefoon beheersen. Voor het eerst van mijn
leven besef ik de mogelijkheden. Wacht op m’n telefoontje. Je staat geboekstaafd. Je spreekt met mij. Hallo. Waarom overhoor je mij? Leer mij twijfel ontnemen, volmaakt zal ik leven. Thuis ben ik voor iedereen thuis, buiten bij iedereen binnen. Niet uit de hoogte. Van hogerhand (tot op zekere hoogte). Eindelijk het hoge woord eruit. Niet hoogmoedig. Hoog & moedig. High. De hogere hartstochten. In den Hoge. Lach godome! Ik ben ook boos, maar dat is goed. Een en al uitleg, geen verklaring. Zoek het ook zelf uit. We don’t challenge. Alle andere namen. Eén ervaring: elke sekonde een hoogseizoen.
Omslagtekst. Genoeg tekst vandaag. Kijken. Luisteren. Luister. Kijk (je ogen uit).
Als ik Wij. +}live and love.
Ik }Wij. }live and love.
Alle plannen kunnen ten uitvoer worden gebracht. Inspiratie en intuïtie wijzen de weg. Een fotoboek over de levende mythologie. De jonge Nederlandse kunstenaars. Een brief. Een telefoongesprek. Een antwoord. Een afspraak. Een les. Dit is een les. Ik dank.
† Zie de telefoongids.
†† Deze pagina’s. Eerste versie.
*
De antwoorden van René verliezen nu 2 hun betekenis, gesteld is nu 1 vandaag.
*
Sleutel 1. Gebod voor waarneming. Drie dimensies: verleden, heden, toekomst. Ruimte, tijd, beweging. De vierde dimensie voorbij: aan de ene kant het feit, aan de andere de fiktie (feiten in spiegels), verdeelt het gegeven en geef het een bovenen ondergrondse uitwerking. Deel de resultaten mee: een klein facet van de werkelijkheid. Direkt en indirekt, nu of nooit.
Op elk niveau een boek. Tot velen sprekend. Te zeggen blijven. Te leren. Baren en openbaren, groeien en rijpen. Schrijven is niets dan waarnemen.
Citeren is natuurlijk altijd onrechtvaardig, en ieder die dat wil, denke voor mijn part dat deze citaten niet representatief zijn voor de overige 486½ paginaas. Volgens mij zijn ze dat wel, en ik kan dan ook van deze pantheïstische tutti frutti voor Leidseplein-analfabeten niets maken. Vier weken heeft het me gekost om me door deze stellig goed bedoelde warhoofdigheid heen te worstelen, maar nu kan ik dan ook vaststellen, dat het geen zin heeft ergens
op in te gaan, want nergens wordt ook maar iets helder of zelfs maar zichtbaar, behalve onmacht.
De roes van de alkohol, of van welke andere stimulans ook, is niet iets verwerpelijke. Voor gevoelige en begaafde mensen is deze roes zelfs iets onontbeerlijke, en de vervolging van de marihuana is in wezen niets anders dan een calvinistische heksenjacht op een kruid dat niet schadelijker is dan tabak of alkohol. Maar de vraag waar het voor de kunstenaar om gaat, is en blijft deze: ‘Hoe maak ik mijn roes dienstbaar aan mijn kunst?’ De roes van alkohol, ‘weed’ en andere stimulantsia geeft visioenen, illusies, euforieën en een – meestal vals – gevoel van vergroot associaatsievermogen, maar de drempel van de zelfkritiek gaat omlaag of, zoals kennelijk bij de schrijver van dit boek, verdwijnt zelfs geheel. Kunst is orde, keuze, stilering. De kunstenaar moet scheppen, dat wil zeggen de chaos bedwingen en ordenen, en hij moet niet de spreektrechter worden van straatgeluiden, en van allerlei willekeurig, ijdel geklap. Wie dronken of gemarihuaneerd schrijft vergeet maar al te gauw, dat zijn werk ook zonder graanboeljon, respektievelijk sticks, moet kunnen worden gelezen. Wat de beschonkene het toppunt van diepzinnigheid toeschijnt, is, voor de mensen buiten, van elk belang ontbloot. Wat koopt de lezer ervoor, dat iemand, onder invloed van bijvoorbeeld L.S.D., een brood dat op tafel staat, ziet ademen, als deze waarneming niet in een verband wordt weergegeven, dat artistieke ontroering vermag teweeg te brengen? Daarzonder heb ik liever, dat mijn half volkorentje zich koest houdt: zoals alles is, vind ik het al erg genoeg.
Drink, snuif, prik en slik, zou ik zeggen, maar maak jezelf niet wijs dat je uit een ampul te voorschijn zoudt kunnen toveren, wat je inktpot je blijft weigeren.
Nogmaals: marihuana lijkt mij een in zichzelf even onschuldige stimulans als bijvoorbeeld alkohol. Leven zonder alkohol is voor mij zeer moeilijk, zo niet onmogelijk, maar er is geen ogenblik, waarop ik niet besef dat de alkohol de vijand is van mijn scheppend vermogen en van mijn werk. Misschien kan Simon Vinkenoog niet, of zeer moeilijk, buiten marihuana. Dat feit maakt noch hem, noch zijn werk, minder of meer belangwekkend. Het is bijzaak. Geen bijzaak is het onontbeerlijke besef dat, als er tenslotte gewerkt wordt, dit zal moeten geschieden in de dolmakende leegte van de onthouding, of in de kleffe wanhoop van de kater.
‘Op elk niveau een boek’. Dat blijkt wel. Maar schrijven is nog heel wat meer dan ‘waarnemen’. Elkaar gelijk zitten geven bij de kruik of de jampot met weed is nog niet hetzelfde als het schrijven van leesbaar proza. De mens wordt nu eenmaal, behalve de Dood, niks kado gegeven.
v.h.R.