Hollandse Nieuwe
Remco Campert: Nacht op de Kale Dweig (Bezige Bij)
Campert verzamelde in een Literaire Pocket een handvol korte verhalen en half-akters, ontstaan tussen 1951 en 1964. Van het tot dusver ongepubliceerde titelverhaal blijft na verwijdering van wat Nabokov, Queneau en Vestdijk beter deden inderdaad niet veel meer dan een kale dwerg over. ‘Een krop sla, droog en zanderig’ uit de bundel ‘De jongen met het mes’ wordt in het langere ‘Ademhalen’ opnieuw geserveerd, maar bijzonder appetijtelijk wordt die maaltijd toch niet. Daarna wordt thee gedronken, wat misschien een raar idee is. Pas in het laatste verhaal ‘In de trein’, een voortreffelijk geschreven, obsederende hallucinatie, vindt men Campert terug als de taalvirtuoos en spitse fantast, die de bla op het omslag ons beloofde.
M.V.
Nel Noordzij: Een etmaal leven (Bezige Bij).
De Nederlandse literatuur wordt op het ogenblik geteisterd door twee misverstanden: de mening dat boeken een erotische lading krijgen door de introductie van bepaalde lichaamsdelen, en de veronderstelling dat gruwelijke attributen een gruwelijk verhaal opleveren. (De enige die Sade gelezen heeft is nu eenmaal W.F. Hermans.)
Dat men daarentegen de gruwel van het bestaan uitstekend zichtbaar kan maken zonder een alledaagse werkelijkheid te verlaten bewijst de jongste serie verhalen van Nel Noordzij ‘Een etmaal leven’, of liever het slotverhaal ‘De plaatsvervangster’ daaruit, dat voor mijn gevoel de publikatie van deze bundel meer dan rechtvaardigt. Het beginverhaal ‘Het dove kind’ heeft verdiensten als jeugdherinnering; de andere drie blijven in het programmatische en psychologiserende steken.
J.E.K.-S.
Jaap Harten: Operatie Montycoat (Bezige Bij).
Misschien is het proza van Jaap Harten niet briljant en kan men het zelfs traditioneel noemen, maar ongetwijfeld schrijft hij zeer kundig en met een opvallend gevoel voor proporties. In zijn vijf verhalen, vooral in dat over Else Mauhs en het lange Operatie Montycoat, levert hij boeiende portretten; een niet gering observatievermogen en een selektieve woordkeus stempelen hem tot een degelijk vakman. Elk effektbejag ontbreekt in dit boek dat zijn spanning ontleent aan de discipline en het raffinement van de eenvoud, die de auteur op elke bladzij aan de dag legt.
M.V.
Ewald Vanvugt: Darwin en Gezellen (Bezige Bij).
‘Darwin en Gezellen’ is technisch een vooruitgang op ‘Een Bijzonder Vreemde Dief’ en is toch minder gaaf, wat kan doordat de opzet – een complete roman – ambitieuzer is. Gebreken springen in het oog; zo worden de romanfiguren snel onwerkelijk als ze zich in leeftijd of milieu gaan onderscheiden van de jonge hond die in het werk van Vanvugt de hoofdrol speelt. Dat is jammer, maar geen doodzonde bij een talentvol en zich snel ontwikkelend schrijver, die niet alleen over een persoonlijke visie beschikt, maar vooral ook over het vermogen om die nuchter en zonder literaire poespas op papier te krijgen. Ook dit boek, dat over de liefde voor meer dan één tegelijk gaat – een nog steeds niet helemaal opgehelderde zaak – en min of meer toevallig over homosexuelen, biedt van dat vermogen talrijke bewijzen.
A.N.
Ewald Vanvugt: Darwin en Gezellen (Bezige Bij).
categorie: | puberboek |
type: | dolce vita |
personages: | homo (prostitué-achtig) |
intrige: | vriend sterft aan hartkwaal |
presentatie: | vlotte pen |
uitvoering: | geen drukfouten |
titel: | grafschennis |
nachtconcert: | Fats Domino |
religie: | afwezig |
sex: | }geen aanwinsten, voor zover ik zie |
viezigheid: | }geen aanwinsten, voor zover ik zie |
drank: | }geen aanwinsten, voor zover ik zie |
geweld: | }geen aanwinsten, voor zover ik zie |
conclusie | geen bestseller |
Kees Stempels: Rook in het hoofd (Arbeiderspers)
Met nauwelijks het Ik Jan Cremer achter de rug verneemt men niet zonder ongerustheid uit de mond van de uitgever, dat in het boek van Stempels niet weinig wordt gevrijd. Tenslotte weet je in dat soort werken nooit of de schrijver voor tijdige en genoegzame reiniging van al dat inderhaast uit te trekken dames- en herenondergoed en voor fris bedlinnen heeft gezorgd. Blijkens de foto op de achterkant heeft Stempels meer van een televisie- dagsluiter dan van een Lebemann en het valt met dat gevrij ook best mee. Voordat een kimono een schalks stukje open valt of een schort over de volle lengte wordt opengescheurd, is de belangstelling echter al geabsorbeerd door een brij van breedsprakige mededelingen, in uiterst konventionele taal en zonder een zweem van temperament opgeschreven.
M.V.
Over dit hoofdstuk/artikel
over Remco Campert
over Marce Noordenbos
over Jaap Harten
over Ewald Vanvugt
over Kees Stempels