- Alfred Kossmann Een vanitas
- Willem Jan Otten Geef in eigen woorden weer
- Leo Vroman Ik vind graag een stervend kind
- [Klein’s having a bad day]
- Elisabeth Eybers
- Jan Kuyper
- Charlotte Mutsaers Ik sprak met dennenaalden, pijnappels en vissen 2 (een te laat geposte brief)
- Anton Ent
- Pieter A. Kuyk
- J. Hendrikx Oceaan van kou
- Herman Coenen
- Guus Middag Hardlopers en doodlopers
- Herlezen Tweede keer
- Poëziekroniek
[p. 231]
Je leven, alle levens overdoen –
het gaat vanzelf, je weet niet beter meer.
Eerst heerste de idee: je leeft maar één keer,
toen kreeg je het groene boek in je schoen
en wat je hebt beleefd beleef je weer,
al is het niet precies hetzelfde als toen
jezelf daar liep: het gras was vroeger groen
en voor zover je weet was je geen beer.
Nu hang je bang aan deze luchtballon
tussen de bijen en de stekeldorens.
Of de ballon paste in de honingpot,
zo leeg en stuk dat dat makkelijk kon.
Toch nog een mooi cadeau, maar niet alvorens
ik mij geschikt heb in mijn ezelslot.
[p. 232]
Taal ha daar heb je me dan. Tong bij nacht,
je vlam heb ik bij dag niet kunnen zien.
Beer, ben jij de Grote Berin? misschien
door begoocheling, of door toverkracht?
Om wat ik in dit vagevuur verdien
dans ik naar je pijpen – komt er een klacht
over mijn lippen, dan hoor ik een zacht
gebrom: bon jeu ah à mauvaise mine.
Pardon, ik was een ongelikte beer.
De pelikaan gaf mij haar hartebloed
en ik ben doodgeknuffeld door de apin.
De kop van de struisvogel daalt alweer,
de krokodil baadt in een tranenvloed
en mijn zwanezang past er ook nog in.
[p. 233]
Je bent zo duister en zo moeilijk, dood,
dat ik aan jou niet gauw voorbij zal streven.
Als goedendag ben je eenvoudig, en even
onbenaderbaar als een asymptoot.
Zo moet ik mij beperken tot het leven,
dus tot een kleine streep over een groot
gebied. Het vel is wit, de snee is rood –
die is het einde ervan, een eind voor even.
Mercator projecteerde sneeuw en ijs
op de plaats die ze toekomt. Overal
is wit op deze verticale band.
Of nee, er zit een vlekje op, grauw of grijs,
bij nader toezien blauw met een aantal
schimmige figuren. Mijn sprookjesland.
[p. 234]
Tussen de idee en de werkelijkheid
moet een verband bestaan. Maar welk verband?
wat is er in de lucht, wat in de hand,
of maken we liever een onderscheid
tussen twee ideeën: aan de ene kant
die binnen in ons, waartoe de eigenheid
gedistilleerd is uit realiteit,
en anderzijds, buiten de wereldwand,
de dingen die zich daarop projecteren?
Als ik afga op mijn gevoel voor jou
dragen wij uilen uilen naar Athene.
In Plato’s rijk, in Pythagoras’ sferen,
in mijn hart ben jij de absolute vrouw –
in jou versmelten wij tot het al-ene.
Lees de Tirade Blog
Wingardium leviosa
Op een feestje vroeg ik op zeker moment aan mijn gesprekspartner of hij een lezer was. Hij zei van niet. Maar vroeger had hij wel veel gelezen, haastte hij zich te zeggen. Ergens op de middelbare school was het misgegaan. De grijze jager had hij verslonden. Thuis had hij de hele serie staan. Ik ook – ik...
Lees verderEn als de wereld zou vergaan
En als de wereld zou vergaan, zomaar opeens en alles op ‘t land zakt weg, zomaar ineens, zouden we het dan ook weten op dit zeilschip? Zo zonder computer, tv, telefoon, zouden we het weten? Vliegen de vissen dan door, over zee, zo gewoon? In de tropen zitten we, het is niet onopgemerkt gebleven. De...
Lees verderGebroken verzen; kromme naalden
Ik schrijf niet graag over mezelf en nog minder over mijn leven, want ik vind dat allemaal maar weinig interessant. Dat is: ik vind mezelf en mijn leven maar een saaie zielige bedoeling. Mijn leven lang (wat voor velen nog kort is, maar aangezien ik niet anders ken, voor mij toch echt wel heel erg...
Lees verder
Blog archief