Over dit hoofdstuk/artikel

Johan Goudsblom


1.
De opmerking van Jan Emmens staat in zijn Verzameld werk, deel 1. Gedichten en aforismen, Amsterdam: Van Oorschot 1979, in de afdeling ?Autobiografisch woordenboek?, p. 83. Mijn reactie staat in Reserves, Amsterdam: Meulenhoff 1998, p. 56.
2.
De roman Tristram Shandy van Lawrence Sterne (1713-1768) is een boek met een grote reputatie. Ik hoorde er voor het eerst van toen ik als tweede- of derdejaars-student bij Jan Eijkelboom op bezoek kwam in zijn zolderkamertje aan de Keizersgracht. Hij had het boek voor zich op tafel liggen en las me grinnikend een paar passages voor uit het eerste hoofdstuk, waarin de nacht van Tristrams conceptie met vele komische details wordt beschreven. Niet lang daarna heb ik het boek ook gekocht, ik ben er een paar keer in begonnen, maar ben nooit verder gekomen dan dat eerste hoofdstuk.
3.
Kortgeleden vertelde iemand die het weten kan me dat het in de jaren dertig een algemeen gebruik was bij medici en verloskundigen om pasgeboren babies een klap voor de billen te geven. Velen van mijn generatie zullen dus het leven buiten de baarmoeder met net zo’n goedbedoelde mep begonnen zijn als ik.
4.
Citaat uit Reserves, p. 122.
5.
Pasmunt (1958), p. 24, Reserves, p. 36.
6.
?Soorten van moed: geen vrees voelen, je vrees overwinnen, voor je vrees uit durven komen. De bangebroek als held: hij heeft het lef om laf te zijn.? Reserves, p. 15.
7.
Het begrip ?stille deugden? ontleen ik aan W.H. Adkins in Merit and Responsibility. A Study in Greek Values (Oxford University Press 1960). Ik heb erover geschreven in het Amsterdams universiteitsweekblad Folia Civitatis, 24 april 1982.
8.
Jan Emmens heeft in het eerste supplement op zijn Autobiografisch woordenboek een verwante impressie opgenomen: ?Jeugd (moeilijke). Wees toch niet zo ongedurig. Zit niet te zaniken, zit niet te peuteren, zit niet te wippen, zit niet te stommelen, zit niet te bonken, zit niet te zitten.? (Verzameld Werk 1, p. 129.)