Tirade
Juffrouw wereld met medicijnen
Leo Vroman
Ik heb een zwakke pijn aan de binnenkant van mijn linker slaapbeen, en als ik de bijbehorende wenkbrauw wrijf, vooral tegen de borstels in, is het even een beetje anders en dus lekkerder; allemaal doordat ik vanmiddag iemand moest opzoeken in plaats nummer 2725 op de tentoonstelling van de American Medical Association in het Coliseum. Toen ik binnenkwam keek alvast niemand naar mij, iedereen ging ergens anders naartoe of vandaan en had al of geen uitdrukking op het gezicht, erg vermoeiend.
Kortom, midden op de tweede verdieping stond dan ook een bittere chocola-kleurige afgeknotte zoveelhoek, waartegenaan een schijf kippegaas ronddraaide met een soort plomp papieren kruis erop. Een molen dus, en waarachtig opgericht door een nieuwe firma uit Holland. Het uiterst noodzakelijke boerinnetje in tirools jakje geregen en met een waarachtig hollands wit mutsje op, was, zoals je op dit punt van deze zin nu wel langzamerhand zult hebben geraden, aanwezig. Daarentegen was ze ook iers, zo bekende zij, daarbij meteen handig glimlachend zonder een enkele beschilderde lip te breken. Miss World, zei ze, van 1959 dan, was wel hollands en kwam dadelijk, waarom keek ik niet eerst wat rond. Ik rondkijken, maar niet helemaal, natuurlijk. Dit was de fabrikantenverdieping, waar het geld vandaan komt en dus met recht op de beste plek; overal waren poppen of echte heren die met doktoren voornamelijk de ouderdom gemeen hadden, bezig aantrekkelijk verpakte medicijnen op en neer te bewegen of anderen toe te steken, met op de achtergrond nog eens een tot gevaar toe vergroot model van hetzelfde.
Eerlijk gezegd alleen dorstig, begon ik ook maar vast een
beetje moe te worden en liet mijn benen dus maar wat lopen. Ik werd langs twee bakken sap gebracht waar gezond en dergelijke op was geschreven; hier kon ik even tussen enige verhitte dokters gevoerd worden door een slap klein zwaar bekertje van papier in de mond te laten leegdruipen. Verderop cranberry juice, ook gezond maar lekker. Op de achtergrond maar nog veel te dichtbij stonden een blonde en een zwartharige juffrouw in onbegrijpelijk witte verpleegsterstooi met de ruggen naar elkaar te gebaren, nee waarachtig te dansen. Het was genant te bedenken dat ze ieder misschien iemands zuster van ergens waren.
Toen ik weer langs juffrouw Wereld kwam was ze er werkelijk. Men had haar ooghuid van wenkbrauwen tot wimpers flink blauw gemaakt zodat ze op niets anders leek, en enige heren en heertjes van de zaak stonden er alleromheenst. Ik vertelde haar op meedoende wijze dat ik uit Holland kwam. O, vond ze dan ook, en moest toen meteen op een duitserig brugleuninkje zitten om vandaar bonnetjes ten bate van tulpenbollen weg te geven terwijl ze, voornamelijk geheel, gefilmd werd.
Ik vertelde haar dat ik misschien een stukje over de gebeurtenissen zou schrijven en dat vond ze toen geloof ik wel leuk, haar mondhoeken bewogen ten minste allebei even, maar wat ze hieraan zal vinden, enfin.